Wie woont in een sociale woning die niet is aangepast aan zijn fysieke toestand, of een sociale woning die te groot is geworden, krijgt voorrang bij de toewijzing van een woning die beter voldoet. Dat antwoordde Vlaams minister van Wonen Matthias Diependaele (N-VA) vandaag in het parlement na een vraag van Nadia Sminate (N-VA). Vroeger hadden alle huurders in een niet-aangepaste sociale woning voorrang bij de toewijzing van een woning die beter voldeed. Ook bijvoorbeeld huurders die een groter gezin gingen vormen met een nieuwe partner en kinderen. Dat zorgde voor een discriminatie met gezinnen op de wachtlijst, vond de regering, dus werd de regel vorig jaar geschrapt.
Het gevolg daarvan was dat ook mensen met bijvoorbeeld een handicap of mensen die in een te grote woning verbleven geen voorrang meer kregen, waardoor ze vaak in hun huidige woning bleven.
Dat werd afgelopen dinsdag rechtgezet, aldus Diependaele, samen met de wijziging aan de huurprijsberekening. "Als die voorrang in ere hersteld is, kan de aanpak van de onderbezetting van sociale huurwoningen weer op een dubbel spoor verlopen", zei de minister. "Als de vrijwillige methode niet werkt, kan er dwingend worden opgetreden op basis van artikel 37ter van het kaderbesluit Sociale huur. Voor de huurovereenkomsten van onbepaalde duur kan dat uitmonden in een onderbezettingsvergoeding en bij de huurovereenkomsten van bepaalde duur, na negen jaar, wordt de huurovereenkomst stopgezet."
"Het is in ieders belang dat gezinnen die kleiner worden ook effectief verhuizen, want zo wordt de initiële woning maximaal bewoond", reageert Sminate. "Maar gezinnen zullen dat natuurlijk enkel doen als ze ook effectief een kleinere woning kunnen betrekken. Met andere woorden, als ze voorrang krijgen voor een kleinere sociale woning."
bron: Belga