Ahmed werkt al zes jaar als postbode. Zoals talloze andere beroepslui heeft hij zich moeten aanpassen aan nieuwe werkomstandigheden die het gevolg zijn van het coronavirus. Als we hem vragen of zijn werk vandaag lastiger is dan vijf maanden geleden is zijn antwoord klaar en duidelijk: nee. «Het werk is niet zwaarder geworden», legt hij uit. «Al doen we sommige dingen die we vroeger deden nu niet meer, en omgekeerd.» De vele menselijke contacten, een fundamenteel aspect van zijn beroep, behoren voortaan tot het verleden. «Maar dat begrijpen we. We hebben zelf ook gezinnen.»
Ook de procedure om pakjes te leveren is helemaal veranderd. «Vroeger gaven we de klant een hand. Vandaag moeten we een mondmasker opzetten en handschoenen aantrekken. Elke dag krijgen we verse exemplaren. Meestal bellen we aan en wachten tot de klant de deur opent. Dan zetten we het pak achter de deur en maken dat we zeker weten dat de klant het pak wel degelijk genomen heeft. Soms zien we de klant niet eens. We vragen ook niet meer om een handtekening te plaatsen.»
«Het zijn goeie maatregelen»
Ook met de collega's is het contact niet meer hetzelfde. Het is bijvoorbeeld niet langer mogelijk om een collega mee te nemen in de bestelwagen. «We hebben bestelwagens gekregen met nog slechts één zitplaats», aldus de postbode.
Ahmed kan zeker begrip opbrengen voor al de maatregelen, ook al hebben die zijn beroep sterk veranderd. «Ze zijn doorgevoerd om ons en de klant te beschermen. Ik vind ze allemaal goed. Als die maatregelen niet bestonden, zou ik de moed niet hebben om aan het werk te gaan. Ik heb zelf ook een gezin, en ik moet rekening houden met de impact van zijn job op hen.»
Operatie verzorgingstehuis
De moed om aan het werk te gaan put Ahmed nog steeds uit de dienstverlening die hij zijn klanten aanbiedt. En die wordt ook in dank aanvaard. Menselijk contact is dan wel zeldzaam geworden, de klanten vinden nieuwe manieren om hun sympathie uit te drukken. «De mensen zijn altijd blij als ze ons zien. Dat houdt ons ook overeind. In het begin was iedereen ons een beetje vergeten. De mensen dachten in de eerste plaats aan de verplegers en de politie. Na verloop van tijd merkten ze echter dat wij ook aan de slag bleven. Toen zagen we hartverwarmende boodschapjes verschijnen op de brievenbus, of klanten die ons vanop een afstand steun gaven.»
De postbode heeft op zijn beurt geprobeerd om de mensen een hart onder de riem te steken, met name tijdens een tocht langs de verschillende verzorgingstehuizen in Schaarbeek. «Samen met een paar collega's hebben een karavaan gevormd om langs de tehuizen te rijden en te toeteren. De bewoners zijn aan het raam komen zitten. Het deed echt deugd om hen te zien.»
«Hier loopt veel volk rond»
Ahmed is positief over de verschillende maatregelen die genomen werden om zijn veiligheid te verzekeren. «We voelen dat er mensen achter ons staan. Onze chefs komen regelmatig langs om ons moed in te spreken. Je moet weten dat hier veel volk rondloopt. Er zijn niet zoveel afwezigen. Zodra je symptomen vertoont, moet je wel verplicht thuisblijven. En je hebt een doktersattest nodig voor je mag terugkeren.»
(cd)