Het Kunstenfestival Watou moedigt bezoekers aan om te vertragen. «We drammen en denderen maar door: drukdrukdruk. Rust en traagheid zijn zeldzaam geworden», zegt curator Jan Moeyaert.
Iedereen heeft wel eens een museumervaring waarbij boeiende kunstwerken verdrinken in een joelende mensenzee of waarbij de saaie witte muren van het museum afbreuk doen aan de kunst. Bijna even belangrijk als het kunstwerk zelf, is de omgeving waarin het staat. Laat dat net de sterkte van Watou zijn. Heel het dorp wordt mee in bad getrokken. De werken zijn te bezichtigen in een oude hoeve, in een graanschuur, buiten in het park, in de kerk of in het gemeentehuis. Terwijl je van tentoonstellingsruimte naar tentoonstellingsruimte wandelt, ontdek je elk hoekje van het idyllische West-Vlaamse kunstenaarsdorpje, één van de vijftig mooiste dorpen van Vlaanderen.
In een oude schuur vertelt de stem van Peter Verhelst in een hoofdtelefoon over zijn recente autocrash, terwijl je in het pikdonker voor een autowrak plaatsneemt. In de romaanse kerk van Watou stoot je plots op een gigantische constructie die bestaat uit een honderdtal grote en kleine kleurrijke ballen (grote foto), een werk waar de Tsjechische kunstenaar Kristof Kintera naar eigen zeggen veel plezier aan beleefd heeft tijdens het maken. «We begonnen op den duur alle mogelijke ballen te verzamelen, het werd echt een obsessie», klinkt het. Helemaal te gek is de vreemdsoortige ruimte die de kunstenaar Robert Roelink fabriceerde met opgeblazen plastic zakken en plakband, waarin je van kamer naar kamer kan wandelen. Een aanklacht tegen het lot van bootvluchtelingen, maar eveneens een plek waar de bezoeker tot rust kan komen. Enkele werken die perfect bij de omgeving passen, zijn de bevreemde teruggetrokken figuren van Katrin Dekoninck, die zich ophouden in de verborgen hoekjes van een donker oud huisje op de markt (foto boven). Veel uitbundiger maar even poëtisch is het werk van Jan Fabre met de restaurateurs die hun gouden hersenen herstellen (foto onder).
Liggen in het gras
Tot 2008 was Watou jaarlijks het decor voor de Poëziezomer die georganiseerd werd door Gwy Mandelinck. Toen dat evenement verdween, ontstond al snel het Kunstenfestival. Ook daar is er ruime aandacht voor poëzie. Op alle locaties zijn passende gedichten te vinden. Dit jaar wordt Remco Campert geëerd en her en der zijn plekjes voorzien waar je je kan neerzetten en naar poëzie kan luisteren. Onder het thema In de luwte van de tussentijd' wil Watou dit jaar aanzetten tot vertraging. «Iets onvoorwaardelijk aandacht geven, volledig opgaan in de bezigheid: een kind kan het moeiteloos. Voor volwassenen ligt dat anders», zegt curator Jan Moeyaert in de inleiding. Een inleiding die je helemaal in de juiste sfeer brengt! Of je legt je gewoon op het gras en luistert naar een gedicht. «Je kunt gaan liggen in een wei vol paardenbloemen, grashalm tussen de lippen, hommels die gonzen, koe die nog staat na te loeien in onpeilbare klachten», leest Luuk Gruwez in de tuin van het parochiezaaltje met zachte stem voor uit zijn gedicht Zoveel soorten liggen'.
Het Kunstenfestival Watou loopt nog tot 30 augustus in de gelijknamige West-Vlaamse gemeente. Elk weekend zijn er literaire en andere evenementen.
door Jelle Mampaey