Acht films. Dat is (voorlopig) de vrucht van de samenwerking tussen Pedro Almodóvar en Antonio Banderas. De acteur dook in 1982 al op in de derde film van de Spaanse regisseur, Laberinto de pasiones' en liet zich vervolgens opmerken in moderne klassiekers als El ley del deseo', Mujeres al borde de un ataque de nervios' en ¡Átame!'. Toen Banderas begin jaren 90 de oversteek maakte naar Hollywood verwaterde de relatie met Almodóvar. Het zou uiteindelijk 22 jaar duren, tot de perverse thriller La piel que habito', voor ze elkaar terugvonden.
Nu lijkt de band weer hechter dan ooit, want in Almodóvars wonderlijke nieuwe film Dolor y gloria' kruipt Banderas in de huid van een personage dat verdacht sprekend op de regisseur zelf lijkt. Salvador Mallo heet hij, hij is filmmaker, hij is homo, hij heeft een kleurrijke smaak qua kleren en hij lijdt aan allerlei vreselijk pijnlijke kwaaltjes. Het gevolg is dat hij zich afzondert in zijn chique appartement en begint te mijmeren over zijn jeugd en verloren liefdes.
«Ik haat autobiografische fictie», zegt de moeder in de film. Snap je wat ze bedoelt?
Pedro Almodóvar: «Zeker. Autofictie is een delicaat genre omdat je niet alleen werkt met elementen uit je eigen leven maar onvermijdelijk ook met de levens van anderen. Ik raak verschillende thema's aan in de film familie, moeders, begeerte, creatie, kindertijd en die zijn allemaal even belangrijk voor mij. Als je ze allemaal samen neemt, heb je een goed idee van wat mij bezighoudt. Hoe ik erover denk.»
Hoeveel van de film is waarheidsgetrouw?
Almodóvar: «Daar kan ik geen percentage op kleven. Sommige dingen zijn authentiek, andere fictief. Ik ben niet op jonge leeftijd smoorverliefd geworden op de klusjesman, maar het had gekund. Ik heb nooit een ontnuchterend en wreed gesprek gehad met mijn moeder, maar het had ook gekund. Ik heb nooit in een grot geleefd, maar ik weet hoe het voelde om te moeten verhuizen. En net als de jongen in de film leefde ik in een kleurrijke parallelle wereld, ook al was het Spanje van vlak na de oorlog vooral grote miserie. Het uitgangspunt is mijn realiteit, en dat wordt dan fictie.»
Antonio Banderas: «Ik heb nog altijd rugpijn, net zoals Salvador. Misschien heeft het personage me besmet.» (lacht)
Hoe heb je het aangepakt om een personage te spelen dat zo dicht bij je goeie vriend aanleunt?
Banderas: «Ik moest Antonio Banderas vermoorden om deze rol te spelen. Ik moest iemand anders worden. Ik heb al mijn bagage afgeworpen en ik heb me volledig ten dienste gesteld van Pedro, zoals ik ben. Het was alsof ik weer van nul begon met hem. En ik moet zeggen dat het de gelukkigste ervaring van mijn leven als acteur is geworden. Niemand neemt me dat nog af.»
De titel is Dolor y gloria', wat zoveel betekent als Pijn en succes'. Maar het gaat vooral over de pijn. Wat betekent succes voor jou?
Almodóvar: «Succes heeft veel gezichten. Voor het personage betekent het dat hij in een mooi appartement kan wonen met fraaie kunst aan de muur. Zijn pijn heeft dan ook geen uitstaans met wat veel mensen moeten doorstaan. Het is relatief. Mijn definitie van succes is dat ik de films heb kunnen maken die ik wou maken. Dat was niet evident, want mijn films zijn extreem persoonlijk.»
Dolor y gloria' gaat over een regisseur die gruwt van het idee dat hij geen films meer zal kunnen maken. Heb je zelf intussen al nieuwe ideeën?
Almodóvar: «De enige manier om de problemen te overwinnen waar het hoofdpersonage in de film mee worstelt, is om te blijven schrijven. En om elke nacht acht uur te slapen. Ik werk aan nieuwe projecten en er zijn momenteel twee ideeën die me intrigeren. Verhalen vinden is nooit een probleem. Je vindt er elke dag tientallen in de krant. Alleen moeten die verhalen iets in mij wakker maken, een passie die me zin geeft om me erin vast te bijten.»
Dit is de achtste keer dat je met een film in Cannes bent, je won er al verschillende prijzen en in 2017 was je ook voorzitter van de jury. Voelt het nog speciaal om naar het festival te komen?
Almodóvar: «Ik kan alleen zeggen dat ik geweldig genoten heb van de ontvangst die we gekregen hebben. Het regende, maar de regen was nooit zo mooi.»
Banderas: «We wisten niet hoe we moesten reageren bij al dat applaus. Het was bijna gênant. Cannes houdt van Almodóvar, zoveel is duidelijk. En terecht. Als je de realiteit van Spanje van de voorbije 40 jaar wil kennen, hoef je maar naar Pedro's films te kijken. Hij is het artistieke gezicht van ons land.»