Een museum in het noorden van Denemarken heeft besloten om mollen in te zetten om informatie te verzamelen over een archeologische site. Kulturstyrelsen, het Deense cultuur agentschap, dacht in eerste instantie dat de aanvraag van het Viborg Museum een grap was, maar toen bleek dat het idee legitiem was, hebben ze de aanvraag goedgekeurd.
De fluweelzachte wezens worden gebruikt op een plaats ten zuiden van Viborg, waar archeologen vermoeden dat er overblijfselen van een fort uit de Middeleeuwen verborgen liggen onder de grond. Het museum zal de inhoudt van de molshopen analyseren en bepalen of er inderdaad gebouwen in de grond begraven liggen. Jesper Hjermind, de archeoloog die op het idee kwam, zegt dat het gebaseerd is op mollen die eerder stukjes aardewerk en andere voorwerpen naar de oppervlakte brachten.
"Hoe dichter we bij een gebouw komen, hoe meer items we zullen vinden. Het is simpel, maar het werkt," zei hij. "Moleology kan net zo effectief zijn als meer technische onderzoeksmethode. De beloning is echter dat we niets hebben vernietigd aan historische grafheuvels en toch veel belangrijke informatie krijgen."
In 2013 hebben tientallen vrijwilligers molshopen gezift op een site waar een Romeins fort zou liggen in het noorden van Engeland. Archeologische opgravingen waren er verboden omdat er een beschermd monument staat. Maar dankzij de mollen werden er toch veel artefacten gevonden waaronder een decoratieve bronze dolfijn.