Bij meer dan acht op de tien kinderen gaat kansarmoede vooral gepaard met een beperkt inkomen, met werkloosheid of een precaire arbeidssituatie en met een laag opleidingsniveau van de ouder(s). Iets meer dan de helft van de kinderen in kansarmoede heeft een gebrekkige huisvestingssituatie. De kansarmoede-index bij kinderen van wie de moeder bij haar geboorte niet de Belgische nationaliteit had, ligt met 33,5% veel hoger dan de kansarmoede-index van 6,1% bij kinderen met een moeder van Belgische origine. Kind en Gezin wijst erop dat verschillende projecten zijn opgestart in de strijd tegen kansarmoede. Zo zijn er momenteel 153 Huizen van het Kind.
Het Netwerk tegen Armoede is niet verrast door de verdere stijging en vraagt krachtige maatregelen van de Vlaamse en de federale regering. Een van de voorstellen die het naar voren schuift is de maximumfactuur uitbreiden naar het secundair onderwijs. Ook Beweging.net roept alle regeringen op om structurele maatregelen te nemen die mensen in armoede effectief vooruit helpen, zoals een uitbreiding van de huursubsidies en het verhogen van het leefloon en de minimumuitkeringen tot op de EU-armoedenorm. Volgens Decenniumdoelen, ten slotte, zijn de regeringen hun beloftes niet nagekomen op het vlak van de sociale minimumuitkeringen, de huurprijzen en de energiefactuur.
Ook vanuit politieke hoek wordt heftig gereageerd. Volgens sp.a en Groen tonen de cijfers aan dat het gevoerde armoedebeleid faalt. De oppositiepartijen wijzen erop dat Vlaams minister van Armoedebestrijding Liesbeth Homans (N-VA) de kinderarmoede zou halveren, maar stellen in plaats daarvan een stijging vast. Homans ziet in de toename van het aantal vluchtelingen één van de oorzaken van de stijging.