Enkele maanden terug plaatste Sarah Larson een artikel op de site van The New Yorker waarin ze filosofeerde over de 'e-lach', ofwel hoe mensen hun lach uitdrukken op het internet. In de anekdotes die ze aanhaalt, varieert die e-lach van 'lol' en 'heh' tot 'hahahaha'. Facebook voelde zich geïnspireerd door het verhaal en besloot zich te buigen over de eigen data om te kijken hoe er gelachen wordt op het web.
Facebook keek naar de Amerikaanse openbare berichten van de laatste week van mei, op zoek naar alles wat een lach moest voorstellen. De eerste conclusie die de data-analyse maakt, is dat vijftien procent van de personen die in die week een bericht op Facebook plaatste, minstens één vorm van een e-lach gebruikte. Nadien werd gekeken welke soort e-lach de voorkeur geniet.
Iets meer dan de helft van de Facebookgebruikers geeft blijkbaar de voorkeur aan 'haha', gevolgd door een emoji, 'hehe' en 'lol' op de laatste plaats met minder dan twee procent. De afkorting van 'laugh out loud', die in 2011 nog werd opgenomen in de befaamde Oxford English Dictionary, leekt dus op de terugweg te zijn.
Larson beweert in haar artikel dat vooral jonge mensen lijken over te schakelen naar de varianten van 'hehe'. Facebook voelde die bewering aan de tand en kwam op de proppen met de volgende grafiek.
Daaruit blijkt dat jonge mensen eerder neigen naar een emoji of 'haha'. Opmerkelijk is dat gebruikers van 'lol' eerder late twintigers en jonge dertigers zijn. Het lijkt er dus op dat het online taalgebruik aan het evolueren is. Terwijl de pioniers van het internet vasthouden aan 'laugh out loud', lijken de kleine gele gezichtjes die taak stilletjes aan over te nemen bij jongeren.
Zelfs het geslacht speelt volgens Facebook een rol bij de keuze van e-lach. Volgens hun data zullen vrouwen eerder een emoji gebruiken, terwijl mannen dan weer 'haha' verkiezen. De onderzoekers ontwaarden zelfs regionale verschillen in de Verenigde Staten. Er lijken dus zelfs externe factoren te zijn die een invloed hebben op de ontwikkeling van het online taalgebruik.
De volledige data-analyse kan je hier inkijken.