Het laatste oerbos van Europa, dat van Bialowieza in Polen, is ernstig bedreigd. De nieuwe Poolse regering wil een groot deel ervan omhakken.
Bomen als wolkenkrabbers met een hoogte tot 55 meter, stokoude eiken die al 450 jaar ruisen in de wind, de grootste bizonpopulatie van Europa, lynxen en wolven die in het wild leven. Het bos van Bialowieza is een zeldzaam stukje wildernis in Europa. Het 1.500km grote natuurgebied is een restant van een woud dat tot in de middeleeuwen heel Centraal-Europa bedekte. Het wordt beschouwd als het laatste oerbos van Europa. Een oerbos is een prehistorisch woud dat zich heeft kunnen ontwikkelen zonder menselijke invloed.
Ten minste, dat was het geval tot nu. De Poolse regering heeft een wet goedgekeurd die toelaat om een vierde tot zelfs drie vierde van het bos te kappen tegen 2021. Volgens de regering is dat nodig omdat heel wat bomen kampen met een keverplaag, maar volgens critici is dat onzin en worden de bomen omgehakt om er geld mee te verdienen.
Winstgevend
De directeur van het natuurgebied, Miroslaw Stepaniuk, werd vlak na het aantreden van de nieuwe regering ontslagen, net als 32 andere medewerkers die zich kantten tegen de ontbossing. Naar eigen zeggen kwam zijn ontslag er «omdat de overheid enkel wetenschappers wil die het omhakken toejuichen». Volgens hem maakt het departement voor bosbeheer, dat eveneens instaat voor de bescherming van het bos, elk jaar zo'n 7 miljard zloty (1,5 miljard euro) winst met de verkoop van brandhout, hout voor meubelen en papier. «Het is een schizofrene situatie», zegt Stepaniuk aan The Guardian. «Ze staan in voor bosbescherming, maar tegelijk verdienen ze enorme bedragen met het hakken en verkopen van bomen.»
De uiterst rechtse partij Recht en Rechtvaardigheid (PiS) is zo'n half jaar aan de macht in Polen kwam de voorbije maanden voortdurend in aanvaring met Europa. De Europese Commissie wil de aanslag op het Bialowieza-bos nu via juridische weg tegenhouden.