De diagnose van een burn-out wordt steeds vaker gesteld, maar tegelijk stuit de werkaandoening op meer en meer kritiek en onbegrip. Een onderzoeksgroep aan de KU Leuven probeert daar verandering in te brengen.
Belgisch wetenschappelijk onderzoek rond de burn-out steunt vaak nog op een instrument dat dertig jaar oud is. "Intussen is de kennis over en de ervaring met burn-out echter enorm geëvolueerd", verklaart onderzoekster Steffie Desart op een blog van de KU Leuven. "Ook de inhoud is niet up-to-date. Er ontbreken vragen rond cognitieve en stressgerelateerde symptomen, of rond de onmogelijkheid om het werk nog te kunnen uitvoeren op een correcte wijze."
Veertig experten
Om tot een nieuwe definitie te komen en vervolgens een nieuwe vragenlijst te kunnen opstellen, vroeg het onderzoeksteam een veertigtal praktijkexperten naar hun omschrijving van een burn-out. Zo kwamen de wetenschappers tot een nieuwe definitie en identificeerden ze vijf kernsymptomen (zie hieronder). Op basis daarvan hebben de onderzoekers een nieuwe vragenlijst opgesteld, die momenteel verder wordt uitgetest. De bedoeling is om tegen december over een nieuw instrument te beschikken om het burn-outrisico vast te stellen.
De vijf kernsymptomen van een burn-out:
1. Uitputting, zowel fysiek als psychologisch
2. Cognitief controleverlies, zoals geheugen- en aandachtsproblemen
3. Emotioneel controleverlies, zoals heftige drift- of huilbuien.
4. Depressieve klachten, zoals een sombere stemming of schuldgevoelens
5. Mentale distantie op het werk