Het onderzoek kon rekenen op gegevens van 7.250 meetstations die wereldwijd verspreid waren. De analyse toonde dat de hoeveelheid water die rivieren vervoeren tussen 1971 en 2010 sterk is veranderd. Naar gelang van de regio en de tijd van het jaar kan dit tot meer overstromingen of droogteperioden leiden en ook effect hebben op de rivierdebieten.
Soms meer, soms minder
"Sommige regio's zijn droger geworden, zoals het Middellandse Zeegebied of het noordoosten van Brazilië, terwijl elders de rivierdebieten zijn toegenomen, zoals bijvoorbeeld in Scandinavië. Water- en landbeheer zijn hier duidelijk niet de oorzaak van. Klimaatverandering is de drijvende kracht achter deze wereldwijde veranderingen", zegt Thiery.
De onderzoekers beseffen dat er ook rekening moet gehouden worden met lokale ingrepen in de waterhuishouding of het landgebruik. Het aftakken van water voor irrigatie of het rooien van bossen kan het debiet in rivieren ook veranderen. Al blijft de klimaatverandering de drijvende kracht.
Klimaatverandering
Dat werd aangetoond met de zogenaamde attributiemethode. De wetenschappers vergeleken hun meetgegevens met simulaties van klimaatmodellen die eenmaal mét en eenmaal zónder de door de mens geproduceerde broeikasgassen werden berekend. Enkel in het eerste geval stemde de simulatie overeen met de reële situatie. "Daaruit kan worden afgeleid dat de waargenomen veranderingen zonder de klimaatverandering zeer onwaarschijnlijk zouden zijn", besluit Thiery.