De top zou oorspronkelijk in Chili plaatsvinden, maar na aanhoudende protesten tegen de regering zag het Zuid-Amerikaanse land zich eind oktober genoodzaakt de conferentie te annuleren. Chili gaat echter nog steeds optreden als gastheer op de klimaatconferentie in Madrid. Het land wilde de klimaattop houden in het teken van de oceanen en die wordt dan ook een 'blue COP' genoemd, met bijzondere aandacht voor het behoud van de oceanen en de biodiversiteit in het algemeen.
Blue leader
Op het vlak van de bescherming van de zeeën en oceanen werd ons land door de VN als een 'blue leader' beschouwd. Volgens het VN-klimaatrapport over de oceanen en de cryosfeer dat in september verscheen, zou België echter nog ambitieuzer moeten zijn. Ons land wil dan ook gebruikmaken van de klimaattop om te pleiten voor een verdrag dat 30% van de oceanen wereldwijd zou beschermen.
De slogan van de top is 'Time for action'. Net geen 200 staten, 196 staten plus de Europese Unie, zullen aanwezig zijn in Madrid. Daar zal de financiering van de klimaatafspraken opnieuw een rode draad zijn. In België vraagt de Klimaatcoalitie de federale regering en de gewesten om een verhoogde inspanning. In het bijzonder vraagt de koepelorganisatie een verdubbeling van de Belgische bijdrage aan het Green Climate Fund van de Verenigde Naties.
Akkoord van Parijs
Op de vorige klimaattop, de COP24 die in 2018 plaatsvond in het Poolse Katowice, hebben de staten de richtlijnen voor de implementatie van het akkoord van Parijs afgerond. Er was echter een uitzondering, de kwestie van de marktmechanismen in verband met koolstofkredieten. Dat zijn internationaal verhandelbare eenheden CO2 die een land minder uitstoot dan het volgens het Kyotoprotocol zou mogen. De koolstofkredieten zullen opnieuw besproken worden op de klimaattop in Madrid.
"De klimaatconferentie van Madrid is van groot belang omdat de landen regels voor het gebruik van internationale marktmechanismen moeten aannemen en tegelijkertijd de versterking van hun nationale bijdragen moeten discussiëren", zegt Sebastian Oberthür, professor milieu- en duurzaamheidsbeleid aan het Institute for European Studies (IES) van de VUB. "Bovendien is het de eerste conferentie nadat de Verenigde Staten officieel hun afscheid van het verdrag van Parijs hebben verklaard. Europees leiderschap blijft in deze fase van de internationale strijd tegen de klimaatverandering cruciaal."
Doelen bijschroeven
Uit een recent VN-rapport blijkt dat de doelstellingen van het Parijs-akkoord dat in 2015 werd gepresenteerd, in 2018 verder achterop zijn geraakt. Die doelstellingen houden in dat de opwarming van de aarde wordt beperkt tot 2 graden en indien mogelijk tot 1,5 graden. Het akkoord betreft de periode na 2020. De klimaatverbintenissen die tot dusver zijn aangegaan door de staten in het kader van de akkoord van Parijs leiden de planeet echter naar een stijging van de temperatuur van 3,2 graden. De aangegane engagementen zijn dus niet toereikend en zouden verdrievoudigd moeten worden om de doelstelling van 2 graden te bereiken en zou minstens vervijfvoudigd moeten worden om de doelstelling van 1,5 graden te halen, aldus het rapport.
"In de afgelopen maanden hebben vele landen al laten weten dat zij van plan zijn om de komende jaren hun doelen bij te schroeven, met name kleine tot middelgrote landen. De ogen staan nu gericht op de grote uitstoters, zoals de EU, VS, China... volgen zij het voorbeeld?", aldus Sebastian Sterl, fysicus en onderzoeker energie en klimaat aan de VUB en de KULeuven. De staten zullen zeker volgend jaar, op de klimaatconferentie COP26 in Glasgow, hun verhoogde engagementen op tafel moeten leggen.