Wetenschappers van de University of Cambridge en het WALTHAM Centre for Pet Nutrition stelden enkele vragen aan 12-jarige kinderen uit 77 gezinnen. Elk gezin bestond uit minstens twee kinderen en een huisdier.
Wat blijkt? De kinderen kunnen het doorgaans beter vinden met hun huisdier dan met hun broers of zussen. Ook maken ze er minder ruzie mee, zo schrijven de onderzoekers in het wetenschappelijke vakblad Journal of Applied Developmental Psychology.
En ook al zijn huisdieren niet in staat om te praten, toch vertrouwen kinderen hun veel geheimen toe. Dat is alleszins geen verrassing voor onderzoeker Matt Cassells. "Het feit dat huisdieren ons niet kunnen begrijpen of kunnen praten kan een voordeel zijn. Het betekent immers dat ze geen oordeel vellen", legt hij uit.
Tot slot ontdekten de wetenschappers dat vooral meisjes een sterke band hebben met dieren. "Hoewel jongens en meisjes net zo tevreden waren over hun huisdieren, deelden de meisjes meer met hun huisdier, zagen ze het meer als gezelschap en hadden ze er vaker ruzie mee. Dat wijst erop op dat meisjes op een genuanceerdere manier met hun huisdieren omgaan," besluit Cassels.