Een prachtig moment was het, toen Vansummeren met tranen van geluk zijn Jasmine een aanzoek deed voor het oog van de camera. Parijs-Roubaix was dan ook de grootste overwinning uit zijn loopbaan, dus was dat aanzoek de kers op de taart.
Armen in de lucht
Vijf kilometer voor de finish vreesde Vansummeren echter het ergste, want zijn fiets begon het op te geven. Op vijf kilometer van de aankomst reed ik lek en moest ik uitrijden met een leeglopende tube. Bij elke bocht voelde ik mijn velg de grond raken. Achteraf bleek mijn carbonwiel ook nog eens op vijf plaatsen gebarsten. Dat heeft mijn plezier die laatste kilometers wel wat vergald. Het enige wat ik dacht, was: wanneer kan ik hier eindelijk mijn armen in de lucht steken? Ik kan me niet eens meer het moment herinneren dat ik de velodroom op draaide, vertelt hij in Dag Allemaal.
Botsing met toeschouwster
Enkele jaren later knalde de 38-jarige Lommelaar tijdens de Ronde van Vlaanderen op een toeschouwster, die levenslang verlamd raakte. Maar ook op hem had dat ongeval een zware impact. Ik heb echt afgezien van wat daar gebeurd is, maar ik had er geen schuld aan. Het parket heeft dat dossier ook geseponeerd. Het ongeval had alleszins zware gevolgen voor mij. Ik ben vrijwel zeker dat mijn hartproblemen toen begonnen zijn, mogelijk is er toen vanbinnen iets gescheurd. In ieder geval, sindsdien heb ik nooit meer zo hard gereden, aldus Vansummeren, die drie jaar geleden bekendmaakte dat hij stopte met wielrennen wegens hartritmestoornissen.
Lege barak
Vorig jaar kwam er een einde aan het huwelijk van Vansummeren en Vangrieken. Ze waren dertien jaar samen, waarvan vijf jaar getrouwd. Er zijn mooie tijden geweest. Maar het ging dus mis. Zij wou scheiden, ik niet. Ik ben niet getrouwd om daarna weer te scheiden, maar we hebben geen minuut ambras gemaakt, legt hij uit.
Toch knaagt de eenzaamheid soms wat aan hem. Als ik 's avonds thuiskom van het werk, ben ik moe en ga ik liever niet meer op café. De weekends zijn voor mij de vervelendste dagen, want dan kan ik niet werken. En voor wie moet ik thuiskomen? De barak is leeg, hé, klinkt het.