Wetenschappers hebben ontdekt dat altruïsme geen bewuste keuze kan zijn. De experts geloven dat altruïstische mensen een andere hersenstructuur hebben dan mensen die eerder egoïstisch zijn aangelegd.
Het deel van de hersenen dat het meest wordt geassocieerd met emoties is groter bij onbaatzuchtige mensen. De studie werd geïnspireerd door Harold Mintz, een man die zijn nier aan een vreemdeling doneerde zonder enige betaling.
Dat was volgens professor Abigail Marsch, hoofdauteur van de studie, een daad van buitengewone vriendelijkheid. Uit de studie bleek dat de hersenstructuur van Mintz een belangrijkere rol speelde bij de beslissing dan ervaring of overtuiging.
Om haar theorie te testen, scande professor Marsh van Georgetown College de hersenen van 19 altruïstische nierdonoren. Ze vergeleek de resultaten met de hersenscans van 20 mensen die nooit een orgaan hadden gedoneerd.
"De resultaten van de hersenscans bevestigen dat de altruïstische mens over een aantal structurele en functionele verschillen beschikken in het brein die hen gevoeliger maken voor mensen in nood," zei professor Marsh.
Tijdens de scans moesten de deelnemers naar gezichten met een angstige, boze of neutrale uitdrukking kijken. In de rechter amygdala, het gebied dat verbonden wordt met emoties, bleek de hersenactiviteit bij altruïsten bij het bekijken van angstige uitdrukkingen veel groter te zijn.
Het volume van de amygdala bij de altruist is ook veel groter dan dat van niet-altruïsten. "Deze bevindingen sluiten aan bij eerder onderzoek naar pyschopaten. Die waren minder gevoelig voor angst en verdriet van anderen."