De Jonge Duivels openen op zondag 16 juni (om 18u30) met een wedstrijd tegen Polen het 22e Europees Kampioenschap voetbal onder 21 jaar. De Jonge Duivels van bondscoach Johan Walem worden vooraf als outsider afgeschilderd. De favorieten voor eindzege zijn Frankrijk, Duitsland, Spanje, Engeland en vooral gastland Italië. De Duivels werden in november vorig jaar bij de loting voor de groepsfase allerminst gespaard. Poule A met favorieten Italië en Spanje en grote onbekende Polen kwam uit de bus. De Belgische beloften openen op 16 juni tegen Polen, drie dagen later wacht een duel met Spanje en op 22 juni wordt de groepsfase afgesloten met een confrontatie met Italië. De Jonge Duivels werken alle drie hun poulematchen af in Reggio Emilia, in het stadion van Serie A-club Sassuolo. De drie groepswinnaars plus de beste tweede (van drie groepen) plaatsen zich voor de halve finales, waaraan ook een olympisch ticket verbonden is.
Bondscoach Johan Walem begreep meteen dat zijn jongens voor een aartsmoeilijke opgave staan. Waar Polen - met Jakub Piotrowski (Genk), Bartosz Kapustka (OH Leuven) en sterspeler Dawid Kownacki (Fortuna Düsseldorf) - nog een haalbare kaart lijkt, ogen Spanje en Italië veel moeilijker.
Spanje beschikt zoals steeds over een onuitputtelijk reservoir jonge talenten, maar bondscoach Luis de la Fuente nam met Dani Ceballos (Real Madrid), Mikel Oyarzabal (Real Sociedad), Fabian Ruiz (Napoli) en Pablo Fornals (Villarreal) ook vier spelers in zijn selectie op die al hun debuut maakten bij La Roja. In Italië maakte coach Luigi Di Biagio zijn ambities ook duidelijk door liefst acht (!) spelers op te roepen die al speelden voor de Squadra Azzurra. Het gaat om verdediger Gianluca Mancini (Atalanta), middenvelders Rolando Mandragora (Udinese), Nicolo Barella (Cagliari), Nicolo Zaniolo en Lorenzo Pellegrini (beiden AS Roma), en aanvallers Moise Kean (Juventus), Federico Chiesa (Fiorentina) en Patrick Cutrone (AC Milan). Goed voor het vertrouwen van de Duivels is wel dat ze in oktober vorig jaar in een oefenduel in Italië nog met 0-1 aan het langste eind trokken.
In groep B is Duitsland de grote favoriet. Onze oosterburen treffen Denemarken, Servië en Oostenrijk in de poulefase. Vooral de defensie - met Mannschaft-ervaring - met Benjamin Henrichs (Monaco), Jonathan Tah (Leverkusen) en Lukas Klostermann (Leipzig) oogt indrukwekkend. Bij Servië is Luka Adzic (Anderlecht) een verrassende aanwezige, naast onder meer kersvers Real Madrid-aanvaller Luka Jovic. Voor Denemarken - in maart in een oefenduel nog met 3-2 te sterk voor de Jonge Duivels - is het Genk-duo Joakim Maehle en Marcus Ingvartsen present. Oostenrijk tot slot rekent vooral op spelers uit de eigen competitie.
De laatste groep op het EK, groep C, bestaat uit Engeland, Frankrijk, Roemenië en Kroatië. Belangrijke opmerking bij de aanwezigheid van Engeland op het EK is dat de Engelsen bij plaatsing voor de halve finales geen olympisch ticket verdienen. Engeland behoort op de Olympische Spelen immers tot het Verenigd Koninkrijk. Indien de Engelsen zich plaatsen voor de halve eindstrijd, spelen de twee minst goede tweedes (op drie groepen) nog een play-offwedstrijd voor het laatste olympisch ticket. De ambities van de jonge Three Lions zijn alvast groot. Grote talenten Phil Foden (Manchester City), Ryan Sessegnon (Fulham) en James Maddison (Leicester City) zouden het wel eens erg ver kunnen brengen. Frankrijk lijkt in poule C de grootste concurrent van Engeland.
De Fransen tikten vorige week maandag in Le Mans de Jonge Duivels nog van de mat met 3-0 en beschikken met Dayot Upamecano (Leipzig), Matteo Guendouzi (Arsenal) en Moussa Dembélé (Olympique Lyon) in elke linie over topkwaliteit. Kroatië en Roemenië staan dan ook voor lastige opdrachten. Bij Kroatië is Alen Halilovic (Standard) de aanvoerder, ook Marin Jakolis (ex-Moeskroen, -Roeselare en -Virton) speelde nog in België. Roemenië rekent onder meer op Cristian Manea (ex-Moeskroen) en Ianis Hagi, zoon van de legendarische Gheorghe Hagi.
bron: Belga