Inclusief onderwijs, waarbij kinderen met een handicap of leerstoornis les volgen in het gewoon onderwijs, is nog te veel een voorrecht voor kinderen met 'sterke' ouders. Dat blijkt uit een onderzoek van de Gezinsbond bij 300 ouders die ervaring hebben met dit systeem. "De rol van de ouders is nog te groot. Scholen zouden voldoende ondersteund moeten worden om inclusief onderwijs voor alle leerlingen mogelijk te maken", vindt de Gezinsbond. De Vlaamse regering voerde in september 2015 het M-decreet in, waarbij het de bedoeling was om onderwijs meer inclusief te maken. Kinderen met bijzondere noden kwamen hierdoor in een gewone klas terecht. Het M-decreet ging intussen weer op de schop, maar de nieuwe Vlaamse regering blijft naar eigen zeggen wel achter het principe van inclusief onderwijs staan. Ze legt de beslissing echter bij de scholen.
De Gezinsbond voerde een rondvraag naar de succesrecepten van inclusief onderwijs. Daaruit blijkt dat dit nog te veel een voorrecht is van kinderen van hoogopgeleide, mondige ouders. "De ouders die meewerkten aan de bevraging zijn overwegend moeders, hoger opgeleid, en dankzij hun job of opleiding goed op de hoogte over bijzondere onderwijsbehoeften. Ze zijn niet alleen een spilfiguur in het zorgtraject binnen de schoolmuren, maar doen ook nog vaak een beroep op buitenschoolse hulpverlening. Ouders doen dit uit noodzaak maar zien het liever anders: een centrale rol voor de school en zoveel mogelijk zorg binnen de schoolmuren, tijdens de schooluren. Inclusie mag geen voorrecht zijn voor kinderen van sterke ouders", vindt de Gezinsbond, die pleit voor voldoende ondersteuning voor scholen om op een laagdrempelige manier inclusief onderwijs mogelijk te maken.
bron: Belga