Ingenieur is een absoluut knelpuntberoep. Er is een echt tekort aan arbeidskrachten, we zoeken actief in Vlaanderen en Wallonië maar als dat niet lukt, gaan we in het buitenland op zoek naar ingenieurs, vertelt Gert De Buck (foto), coördinator internationale arbeidsmobiliteit van de VDAB.
We zijn daarmee gestart in 2012 op uitnodiging van Portugal. Het land organiseerde een beurs voor ingenieurs die elders wilden gaan werken omdat zij met een overaanbod aan werkkrachten zaten. We zijn met zeventien werkgevers afgereisd naar de beurs in Lissabon en daar zijn uiteindelijk 38 ingenieurs gevonden die in België aan de slag konden.
350 vacatures
Na de geslaagde start, zijn er nog meer beurzen gevolgd. Gemiddeld zijn er nu een tiental beurzen per jaar, niet alleen in Portugal, maar ook in Spanje, Italië en Griekenland. Daarmee zijn tot nu al maar liefst 350 vacatures voor ingenieurs ingevuld.
Nu doen we dat nog actiever en organiseren we met de verschillende partners in het buitenland een Work-in-Flanders-dag. Daar worden kandidaten op voorhand gescreend. Die weten dat ze in Vlaamse bedrijven gaan terechtkomen en werkgevers kunnen ook op al voorhand de kandidaten screenen online. De eerste dag was in november, de volgende zal plaatsvinden later dit jaar.
De aanpassing verloopt vrij vlot. De culturen liggen natuurlijk niet ver uit elkaar. Dat is geen probleem. Het is natuurlijk wel zo dat er op taalvlak wat inspanningen moeten gedaan worden. De taal op de werkvloer voor ingenieurs is meestal Engels, maar als je het bedrijf verlaat, moet je verder in het Nederlands. Daar is wat extra begeleiding nodig, ook rond cultuur, bv een pint gaan pakken (lacht). Als de werkgever wil dat het geslaagd traject wordt, dan moet die daarin wel investeren.