Uw film Der Untergang' uit 2004 was de eerste Duitse film waarin men Hitler in het Duits hoorde praten. Waren uw landgenoten er klaar voor om hun pijnlijke verleden op het witte doek uitgebeeld te zien?
Oliver Hirschbiegel: «Niet echt. Er zijn nog veel mensen die me haten omwille van die film. Ze begrijpen nog steeds niet waarom Der Untergang' noodzakelijk was.»
Heeft het filmpubliek er slecht op gereageerd?
«Neen, niet het publiek. De mensen waren er klaar voor, ze zijn naar de film gaan kijken. Maar de Duitse pers, die was er niet klaar voor.»
U komt nu met een film over iemand die Hitler probeerde te doden. Vanwaar die fascinatie voor dat personage?
«Ik ben niet zozeer door hem gefascineerd, maar wel door goede verhalen. En kennelijk levert het Derde Rijk er behoorlijk wat op. Let wel, ik probeer mij niet te specialiseren in het Derde Rijk. We weten al erg veel over de wandaden die tijdens de oorlog zijn gepleegd, maar over de laatste twee weken van Hitler was weinig bekend. Ik zag daarin dus een interessante invalshoek voor Der Untergang'. Wat me bij deze nieuwe film vooral fascineerde was het voorbeeld van een man die in z'n eentje in opstand komt tegen de onmenselijkheid. Hij merkt dat de vrijheid en de vrede in gevaar zijn en hij toont zich bereid te sterven om dat te beletten. Elser was in zekere zin een visionair: hij had begrepen wat er zou gebeuren als Hitler niet werd tegengehouden.»
Is dat een persoonlijke theorie van u of bestaan er echt aanwijzingen dat Elser de Holocaust zag aankomen?
«Als hij echt scherpzinnig was, had hij het kunnen raden. Het stond immers in Mein Kampf' geschreven. Alles wat Hitler van plan was vind je zwart op wit in dat gruwelijke boek: Rusland veroveren, de minderwaardige' rassen als slaaf inzetten... En zelfs al had Elser Mein Kampf' niet gelezen, hij wist zeker dat een grote pan-Europese oorlog op stapel stond. Er is die scène waarin hij de bewakers toeschreeuwt: Zien jullie niet wat er aan de hand is? We zijn Polen binnengevallen en jullie denken dat de andere landen dit zomaar laten gebeuren?' Die woorden heeft hij echt uitgesproken.»
Is Elser vandaag bij de Duitse bevolking bekend?
«Hij is zo goed als onbekend, op een biografie uit 1986 na, die in 1989 is verfilmd. Hij was een gewone arbeider en dook uit het niets is op. De elite heeft hem dus niet op een voetstuk gezet, want hij behoorde niet tot hun klasse. Claus Von Stauffenberg (de Wehrmachtofficier die in 1944 een mislukte aanslag op Hitler beraamde, red.) was daarentegen een aristocraat en hij is dus wel bekend. Maar Georg niet. Ik hoop de deze film daar verandering in brengt.»
Is er niet een interessant verband te leggen tussen het lot van Georg Elser en de lone wolves in het hedendaagse terrorisme.
«In het geval van Elser heb ik het liever over een daad van burgerlijke heldhaftigheid. Als hedendaagse tegenhanger van Elser zie ik eerder iemand als Edward Snowden: net als Elser zag hij in dat onze vrijheden in gevaar waren en dat hij iets moest ondernemen, ook al zou hij er de gevolgen van dragen, lijden en misschien zelfs er het leven voor laten. Dat getuigt van grote moed en zelfverloochening.»
Natuurlijk is Elser een held. Maar hij staat ook aan de goede kant van de geschiedenis. Vindt u het terecht dat hij Hitler wilde doden? Mag je een moordenaar doden in naam van het leven?
«Die vraag werd al in de dertiende eeuw gesteld door Thomas van Aquino: kun je met recht een tiran doden? Hij vond van wel: als je levens kan redden door het doden van één man die zijn volk misbruikt, dan is het gerechtvaardigd. Sommigen vinden zelfs dat het een morele verplichting als christen is, aangezien het vrijwaren van vrede en liefde de essentie is van het christelijke geloof. Ik weet zeker dat Georg echt met die vraag worstelde: hij heeft het zichzelf nooit vergeven dat hij onschuldigen had gedood.»
Vanwaar de keuze van Christian Friedel voor de hoofdrol?
«We hebben enorm veel castings gedaan en hij was overduidelijk de beste. Hij probeerde niet Georg Elser na te bootsen, hij wás het personage. Hij is echt fantastisch, zoals je hebt kunnen zien.»
Elli Mastorou