Als de kleine broertjes in Groep E, was het voor zowel Zweden als Ierland van cruciaal belang om in de eerste wedstrijd meteen punten te pakken. Geen van beide ploegen wilde met nul punten achter de naam aantreden tegen België en Italië, de favorieten in de groep.
De wedstrijd begon dan ook met goede intenties, maar het gebrek aan kwaliteit op het veld werd al snel duidelijk. Veel slechte passes, weinig korte combinaties en twee ploegen die vaak de lange bal hanteerden. Zweden mocht van de Ieren de bal hebben, maar ontwikkelde te weinig tempo om de groene defensie te ontregelen. Superster Ibrahimovic (foto) liet zich in de eerste helft enkel opmerken met een mislukte vrije trap. Het breiwerk van de Zweden gaf Ierland wel de kans om hun geliefde spel te spelen en uit te breken op de counter. Brady was na een halfuur de eerste die zijn neus aan het venster stak met een afstandsschot en de middenvelder zag iets later zijn poging op de Scandinavische lat sterven.
Flits van Zlatan
De koffiepauze deed beide ploeg duidelijk deugd. Na amper drie minuten wandelde Coleman de zestien binnen en vond Hoolahan, die de Ieren met een bal in de verste hoek op voorsprong bracht. Het openingsdoelpunt leek ook de Zweden wakker te schudden, want zij reageerden met een barrage aan corners, maar dat leverde geen gelijkmaker op. De gele storm ging daarna opnieuw liggen, vooral omdat de Zweden hun eigen mogelijkheden in de ruimte zelf de nek omwrongen. De mindere periode bleek slechts stilte voor de storm te zijn, want Ibrahimovic zag zijn moment rijp om te schitteren. Hij zette een combinatie op aan de linkerkant en zijn voorzet werd Clark in eigen doel gewerkt. Het doelpunt bracht opnieuw swung in de partij en beiden ploegen ging voluit voor de drie punten, vaak met meer enthousiasme dan kunde. Zelfs ervaren rot Robbie Keane mocht als Ierse joker opdraven, maar ook hij kon niets meer forceren. Al bij al een verdiend gelijkspel voor twee heel strijdvaardige ploegen.