In Afrika zijn er momenteel 15.000 coronabesmettingen en 815 doden bekend. Die cijfers zijn vrij laag voor een continent met ongeveer 1,3 miljard inwoners, maar er zijn waarschijnlijk veel gevallen niet gerapporteerd. Toch vormen de economische gevolgen en de hongersnood die er heersen een grotere dreiging dan het virus zelf. Voor er zelfs nog maar sprake was van de uitbraak van Covid-19 had één op vijf Afrikanen al onvoldoende eten. Dat was het gevolg van overstromingen, extreme droogte en sprinkhanenplagen. De lokale Afrikaanse regeringen kunnen ook niet ingrijpen, want die zitten al met een enorme opgebouwde schuld.
Het sop en de kool
In Zimbabwe heeft de politie onlangs drie ton verse groenten en fruit in beslag genomen en in brand gestoken. Dat deden ze omdat de lokale boeren de coronamaatregelen niet naleefden. Ze probeerden 's nachts hun oogst naar één van de drukste markten te brengen door gesloten grenzen over te steken, maar werden tegengehouden. De politie zag de actie als een niet-essentiële verplaatsing, maar als de landbouwers hun voedsel niet aan de man kunnen brengen, kunnen ze niet overleven. Al in 33 van de in totaal 54 Afrikaanse landen zijn markten helemaal gesloten om het nieuwe coronavirus in te dammen.
In Nairobi is er een overrompeling aan de voedselverdeelpunten en in Soedan kunnen hulpverleners de bevolking in nood niet eens bereiken door de lockdownmaatregelen. Ook kinderen zijn momenteel extra kwetsbaar. Gewoonlijk krijgen zij op school maaltijden met de steun van het World Food Program, maar ook het onderwijs moest de deuren sluiten door Covid-19.