In totaal gaven de Belgen vorig jaar 10,5 miljard euro uit aan eten en drinken buitenshuis. In 2019 was dat nog bijna dubbel zoveel (20,6 miljard). Een verschil van 10,1 miljard euro, oftewel 878 euro per Belg. Tellen we daar nog de besteding van buitenlandse gasten bij, dan loopt het inkomensverlies voor de hele sector zelfs al op tot 11,3 miljard euro.
De verklaring is niet ver te zoeken. In maart ging het hele land in lockdown. De horeca bleef dicht van 14 maart tot 8 juni en sinds 19 oktober opnieuw. Ook bioscopen, zwembaden en fitnesszaken kregen maandenlang geen volk over de vloer, sportwedstrijden werden afgelast of vonden plaats met weinig of geen publiek.
Monsterverlies voor horeca
Er is dan ook geen enkele sector die niet getroffen werd. Voor de horecasector was er een inkomensverlies van 7,5 miljard euro. Cafés en bars kregen in 2019 nog 2,44 miljard euro binnen van Belgen en buitenlandse gasten. In het coronajaar was dat nog maar 1,05 miljard, oftewel 57 procent minder. De inkomsten in restaurants liepen terug van 8,35 miljard naar 4,52 miljard (-46 procent).
Wat ook opvalt: het aantal restaurantbezoeken halveerde in 2020, maar per bezoek gaven we er wel meer geld uit: gemiddeld 25,47 euro, tegenover 23,39 euro in 2019. De zogenoemde quick service restaurants, zoals frituren, fastfoodketens en kebabzaken, konden de schade nog enigszins beperken. Belgen gaven er gemiddeld 136 euro uit vorig jaar, 42 euro minder dan een jaar eerder.