In 2014 had 46,1% van de volwassen Europeanen een normaal gewicht. Zo'n 35,7% kampte met pre-obesitas, met een Body Mass Index (BMI) tussen 25 en 30 en 15,9% leed aan obesitas (BMI van 30 of meer). Slechts 2,3% van de 18-plussers had ondergewicht (BMI van minder dan 18,5).
België bij beste van de klas
België behoort met een aandeel obesen van 14% tot de beste landen van de Europese klas. Ons land staat samen met Zweden op een gedeelde vierde plaats, na Roemenië (9,4%), Italië (10,7%) en Nederland (13,3%). De landen die het slechts scoren zijn Malta (26%), Letland (21,3%), Hongarije (21,2%), Estland (20,4%) en het Verenigd Koninkrijk (20,1%). Enkel binnen de leeftijdsgroep 25-34 jaar is het aandeel obesen in België (11%) hoger dan het gemiddelde in de EU (9,9%).
De onderzoekers merkten geen systematisch verschil op tussen man en vrouw. Leeftijd speelde wel een belangrijke rol. Tot de leeftijdsgroep 65-74 jaar blijft het aandeel obesen stijgen. Ook het opleidingsniveau speelt een belangrijke rol: hoe hoger iemand opgeleid is, hoe minder kans hij heeft op obesitas. Zo heeft 19,9% van de laagopgeleiden obesitas, tegenover 16% bij de middenopgeleiden en 11,5% bij de hoogopgeleiden.