Smeltende gletsjers hebben het zeeniveau de laatste tijd gemiddeld met bijna een millimeter per jaar laten stijgen. Volgens nieuwe schattingen verliezen ze jaarlijks 335 miljard ton ijs. Dat is de conclusie van onderzoekers uit Zürich, die satellietgegevens en observaties ter plaatse hebben berekend. Daarmee kon een raming gemaakt worden van het verlies van de ijsmassa in alle berggebieden tot de jaren zestig. Dat schrijft het wetenschappelijk team rond Michael Zemp van de Universiteit van Zürich in de laatste editie van het vakblad Nature. De gegevens tonen aan dat het jaarlijkse verlies van ijsmassa wereldwijd de afgelopen 30 jaar serieus is toegenomen.
"Wereldwijd verliezen we momenteel ongeveer drie keer het resterende volume ijs van de gletsjers in de Europese Alpen. En dat elk jaar", zegt glacioloog Zemp. Volgens zijn bevindingen dragen de gletsjers momenteel 25 tot 30 procent bij aan de stijging van de wereldwijde zeespiegel. Een andere oorzaak is dat het zeewater door de opwarming van de oceanen meer volume krijgt.
De satellieten meten het aardoppervlak digitaal en leveren informatie over ijsdikte op verschillende tijdstippen. Daardoor is het mogelijk geweest om de veranderingen aan de meer dan 19.000 gletsjers wereldwijd te reconstrueren, schijven de onderzoekers. De gletsjers zouden tussen 1961 en 2016 meer dan 9.000 miljard ton ijs hebben verloren. Dat komt overeen met een gemiddelde globale stijging van het zeeniveau met 27 millimeter. Alleen al in de jaren 2006 tot 2016 bedroeg de stijging gemiddeld bijna een millimeter per jaar.
Vooral de gletsjers in Alaska dragen daar toe bij, gevolgd door die in Patagonië in het zuiden van Chili en Argentinië en in de arctische gebieden rond de Noordpool. Ook in de Alpen, de Kaukasus en in Nieuw-Zeeland zijn de gletsjers veel ijs kwijtgespeeld, maar omdat die relatief kleiner zijn, dragen die minder bij tot de stijging van de zeespiegel.
bron: Belga