Een virus dat 30.000 jaar bevroren was in de Siberische permafrost in nu terug in leven. Dat melden Franse wetenschappers van het Centre National de la Recherche Scientifique (CNRS).
Nadat de wetenschappers het virus ontdooiden, bleek het terug besmettelijk te zijn. Gelukkig is dit virus niet schadelijk voor mensen of dieren. Het is de eerste keer dat wetenschappers een virus vinden dat na zo'n lange tijd nog besmettelijk is. Dit kan betekenen dat het smelten van de permafrost andere virussen terug tot leven brengt.
Dit specifieke virus heet Pithovirus sibericum, het behoort tot een klasse van gigantische virussen die wetenschappers tien jaar geleden vonden. Deze virussen zijn zo groot dat ze onder een microscoop zichtbaar zijn. Dit exemplaar is het grootste dat ze ooit gevonden hebben, met een lengte van 1,5 micrometer. Het virus valt enkel ééncellige amoebes aan en kan gelukkig niets beginnen tegen een menselijke cel.
Sinds de jaren '70 is de Siberische permafrost aan het smelten en door de klimaatverandering lijkt het erop dat de permafrost zal blijven smelten. Doordat de regio makkelijker bereikbaar is, willen bedrijven daar nu de natuurlijke rijkdommen ontginnen. Maar daar waarschuwt professor Claverie van het CNRS tegen, omdat het blootleggen van de diepere lagen oude virussen terug tot leven kan brengen.
Daardoor zouden de pokken, nu een uitgestorven ziekte, hun rentree kunnen maken. Al is het nog niet helemaal duidelijk welke virussen zich nog in de permafrost bevinden en of zij het ontdooien zouden overleven.
Professor Jonathan Ball van de University of Nottingham zegt dat niet alle virussen even robuust zijn als dit exemplaar. Hij vriest allerhande virussen in en niet elk virus is hetzelfde. Virussen die omringd zijn door een vet, zoals HIV en de griep, zijn veel gevoeliger terwijl virussen met een extern omhulsel van proteïne, zoals mond-en-klauwzeer of de verkoudheid, bestand zijn tegen invriezen.