Het Pergamon Museum, het Neues Museum en de Alte Nationalgalerie, die alle drie gelegen zijn op het 'Museumeiland' van de Duitse hoofdstad Berlijn, zijn de slachtoffers van de vandalen. In die musea werden zeker 70 archeologische voorwerpen of schilderijen besproeid met een olieachtige substantie, waardoor de kunstwerken nu bevlekt zijn. Het gaat om Egyptische en Griekse beelden en sarcofagen, en om 19e-eeuwse schilderijen.
De aanval van de vandalen dateert van 3 oktober, de nationale feestdag van Duitsland en de dag dat de 30e verjaardag van de Duitse hereniging werd gevierd, maar werd dus opvallend genoeg twee weken lang stilgehouden. Het waren Duitse media Die Zeit en Deutschlandfunk die de feiten dinsdag naar buiten brachten.
Menselijke offers op de troon van Satan
De Berlijnse politie bevestigde dat er momenteel een onderzoek loopt en riep op naar getuigen, maar wilde nog niets kwijt over de daders en hun motieven. De Duitse media zoeken echter in de richting van complotdenkers. Zo viel de naam van de Attila Hildmann, een voormalige, beroemde veganistische kok die bekendstaat als aanhanger van de extreemrechtse QAnon-complottheorie en recent ook als corona-ontkenner.
Hildmann beweert dat het Pergamon Museum het centrum is van het wereldwijde satanisme omdat het het oud-Griekse Pergamonaltaar herbergt. In augustus en september postte Hildmann nog berichten op de sociale media-app Telegram waarin hij suggereerde dat Duits bondskanselier Angela Merkel het altaar gebruikte voor "menselijke offers".
Telegram.
Dinsdagavond plaatste Hildmann, die meer dan 100.000 volgers heeft op Telegram, de link van het Deutschlandfunk-artikel over de vandalen op zijn profiel met het bijschrift: "Klopt! Het is de troon van Baal (Satan)!"