De meeste loontrekkenden verdienden in 2013 een brutomaandloon tussen 2.000 euro en 3.000 euro. Met 14,1% van de loontrekkenden vertegenwoordigt de loonklasse 2.500 tot 2.750 euro de grootste groep werknemers. Opvallend: 5,6 % verdient meer dan 6000 euro bruto.
Daarbij bestaat er nog altijd een grote loonkloof tussen mannen en vrouwen. Met een brutomaandloon van 3.356 euro verdienen mannen 7 % meer. De reële loonhandicap is echter nog groter, want vrouwen werken vaker deeltijds. Op die manier stijgt de loonkloof zelfs tot 20 %.
Het uitgeoefende beroep heeft uiteraard een grote impact op het loon. Directeurs van grote ondernemingen vangen met een brutomaandloon van 9.018 euro het meest. In de top tien staan ook managers, kaderleden en specialisten in exacte wetenschappen.
Kelners en barmannen oefenen met een gemiddeld brutoloon van 2.129 euro het slechtst betaalde beroep uit. Ook kappers, schoonheidsspecialisten, schoonmakers en kassiers ontvangen een salaris dat minder dan een kwart bedraagt van het maandloon van een directeur.
Qua sector is de petrochemie de beste betaler. De gemiddelde lonen liggen er 53% boven het gemiddelde. Consultancykantoren en de ICT-branche vervolledigen de top drie. De laagste lonen zijn terug te vinden in de horeca. Werknemers verdienen er 28 % minder. Ook bij het verblijfstoerisme liggen de lonen een kwart onder het globale cijfer. De inzameling en verwerking van afval sluit de top drie van slechtst betalende sectoren af.