Er komt voor een keer goed nieuws uit onze atmosfeer. Het gat in de ozonlaag boven Antartica was tussen begin juli en eind september kleiner dan in dezelfde periode in 2005. Zo'n 20% kleiner zelfs, blijkt uit gegevens van de NASA-satelliet Aura. Voor het eerst is er zo aangetoond dat het gat aan de betere hand is.
De wetenschappers van de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie stellen ook dat de verbetering een direct gevolg is van door mensen genomen maatregelen. Meer bepaald de internationale beperkingen van het gebruik van CFC-gassen, die onder andere in deodoranten te vinden waren. De gassen breken ozon af en werden door de luchtstromen voor een groot deel naar Antartica gestuwd.
Verdwenen tegen ons pensioen
"We hebben misschien een keerpunt gemaakt in het herstel van het gat", zegt atmosfeerexpert van NASA Susan Strahan aan MACH. "Maar het is belangrijk dat alle landen van de wereld het Montrealprotocol (over de CFC-gassen, red.) blijven gehoorzamen." De afbraak van de gasdeeltjes kan verschillende decennia duren, dus het einde van het gat zal nog niet voor morgen zijn. "We hopen dat het weg zal zijn tegen 2060 à 2080", aldus Strahan.
Volgens experts zal een stijging van de ozonconcentraties in onze atmosfeer enkele positieve gevolgen hebben. Het beschermt ons tegen UV-stralen, die zowel cataract als andere oogproblemen kunnen veroorzaken en de huid sneller verouderen en aan de basis liggen van huidkanker. Tot slot is het eindelijk een teken dat internationale acties tegen de klimaatverandering effect hebben.