N-VA-partijgenoot Michael Freilich betreurt de houding van Aalsters burgemeester Christoph D'Haese, die de Unesco-erkenning van Aalst Carnaval niet langer nastreeft. "Is het zo moeilijk om te begrijpen waar onze bezorgdheden en angsten vandaan komen?", vraagt het Joods parlementslid zich af. "Carnaval stopt niet aan de stadsmuren."
De laatste editie van Aalst Carnaval kreeg kritiek nadat beelden van een praalwagen met Joodse karikaturen waren opgedoken. Die herinnerden leden van de Joodse gemeenschap aan nazi-optochten en gaven een antisemitische indruk. Unesco stelde de erkenning van Aalst Carnaval als cultureel erfgoed in vraag.
D'Haese nam aanvankelijk de verdediging op van het carnaval, maar liet ondertussen weten dat hij het carnaval van werelderfgoedlijst wil laten schrappen. Freilich begrijpt niet dat D'Haese aangeeft dat met de bende van Nijvel, "een pijnlijk drama is waarvan de wonden nog niet zijn geheeld", niet gelachen mag worden, maar met de Joodse gemeenschap wel.
"Als een stad enkel begrip heeft voor de eigen gevoeligheden, maar niet eenzelfde empathie kan opbrengen voor anderen", reageert Freilich, "dan is veel gezegd natuurlijk." Freilicht heeft lof voor de verantwoordelijke carnavalisten, die de Kazerne Dossin zullen bezoeken. "Ik stel ook vast dat burgemeester d'Haese nu toch spreekt van begrip, respect en empathie voor de Joodse Gemeenschap"
Dat het zo ver is gekomen "heeft volgens mij niet te maken met kwade wil, wel met een gebrek aan inschattingsvermogen." Freilich vraagt om een dialoog, "met begrip voor wonden die nog niet geheeld zijn".
bron: Belga