Als je op reis steevast kritiek krijgt omdat je altijd en overal foto's maakt, kan je je metgezel nu van repliek dienen. Volgens een onderzoek van een handvol universiteiten, zoals NYU en Yale, heeft het een positieve invloed op je geheugen.
Voor het experiment deden de wetenschappers beroep op 294 proefkonijnen. Zij brachten allemaal een bezoek aan een tentoonstelling van Etruskische kunst. Sommige mensen mochten een camera met zich meenemen en moesten minstens tien foto's kieken. De andere vrijwilligers mochten niets bij zich dragen. Tijdens hun bezoek kreeg iedereen ook een audiogids.
Andere beleving
Na afloop kregen de deelnemers een vragenlijst voorgeschoteld. Daaruit blijkt dat wie foto's had genomen, zich de beelden beter kon herinneren dan de mensen zonder camera. Wel scoorden ze slechter op de vragen over de informatie van de audiogids.
"Dit wijst erop dat mensen een ervaring anders beleven als ze een camera hebben", besluiten de bollebozen in het vakblad Psychological Science. "Zelfs als ze een object niet vastleggen op de gevoelige plaat, maar gewoon een fototoestel vasthebben, herinneren ze zich de objecten beter."
Meer plezier
Uit een tweede experiment blijkt dat mensen met een camera ook meer plezier beleven. Voor het tweede onderzoek gingen een heleboel vrijwilligers op sightseeing tour met een bus in Philadephia en gingen ze lunchen in een markthal.
Wie onderweg foto's mocht maken, zei achteraf dat ze zich beter geamuseerd hadden dan de mensen zonder camera. Bovendien hadden ze ook de indruk dat ze meer ondergedompeld waren in de ervaring.