Maandag kondigde de Russische president Vladimir Poetin verrassend aan dat Rusland het grootste deel van zijn militaire troepen uit het conflictgebied zal terugtrekken. Hij beschouwt hun interventie als «volbracht». Sinds eind september zijn Russische troepen actief om het regime van bondgenoot Syrië te versterken.
Het is niet toevallig dat president Poetin de gedeeltelijke terugtrekking nu aankondigt, precies vijf jaar na de start van de burgeroorlog. Sinds maandag zijn in Genève opnieuw vredesonderhandelingen aan de gang tussen vertegenwoordigers van de Syrische regering en de oppositie. Ook beweert de VN al langere tijd dat de Russische aanwezigheid elke kans op een vredesakkoord verstoort. Daarnaast zouden de Russische bommen volgens Syrische mensenorganisaties niet IS en al-Nusra treffen, maar juist gematigde oppositiegroeperingen.
Terroristische doelwitten
Het gaat om een gedeeltelijke terugtrekking, want Moskou behoudt enkele strategische posities zoals de Russische marinebasis in Tartus en de luchtmachtbasis in Latakia. Ook een deel van de vliegtuigen en vluchtteams blijft voorlopig in Syrië zodat Rusland nog in staat is om verkenningsvluchten uit te voeren. De Russische viceminister van Defensie heeft aangekondigd dat Russische gevechtsvliegtuigen terreurgroep IS en al-Nusra, een extremistische rebellengroep gelinkt aan al-Qaeda, zullen blijven aanvallen. Russische vliegtuigen voerden gisteren dan ook enkele aanvallen uit op IS-kampen nabij Palmyra. Dankzij die aanvallen wisten de grondtroepen van het Syrische leger terrein te winnen.
Foto AFP / Russian Defence Ministry