De geruchtenmolen draaide al langer op volle toeren, maar de bedrijven hebben het nieuws nu zelf bekendgemaakt op een persconferentie. Met het project willen ze ervaring opdoen om in de toekomst elektrische vliegtuigen te bouwen voor regionale passagiersluchtvaart.
Taakverdeling
De taakverdeling is duidelijk. Siemens bouwt een motor met een vermogen van twee megawatt, wat ongeveer de helft is van wat een conventionele aandrijving levert. Rolls Royce zal op zijn beurt een gasturbine leveren die in de romp van het vliegtuig geïnstalleerd zal worden en stroom opwekt voor de motoren. En Airbus is ten slotte verantwoordelijk voor de integratie van de systemen.
Een van de vier brandstofmotoren zal worden vervangen door die elektromotor. Als de resultaten positief zijn, zal een tweede motor verwisseld worden door een meer milieuvriendelijke variant.
Binnen vijftien jaar
In 2020 moet een testmodel een eerste vlucht kunnen maken. Daarvoor zullen de bedrijven een bestaand toestel van British Aerospace ombouwen tot een testvliegtuig. Toch zal het volgens Airbus, Siemens en Rolls Royce nog zeker vijftien jaar duren voordat dergelijk toestel daadwerkelijk op de markt komt.
De sector is alleszins al langer naarstig op zoek naar een alternatief voor de vervuilende vliegtuigen. De Europese Commissie legde de luchtvaart al duidelijke doelen op. Zo moeten de vliegtuigen in 2050 75% minder kooldioxide uitstoten en 90% minder stikstof. Ook moet het vliegtuiglawaai met 65% worden verminderd.