Slechts een heel kleine minderheid van 1 tot 4% van alle mensen heeft een brein dat alleen typische mannelijke of typisch vrouwelijke kenermken bevat, zo blijkt uit een studie die deze week gepubliceerd werd in het wetenschappelijke tijdschrift PNAS. De onderzoekers analyseerden in totaal 1.450 menselijke breinen via verschillende hersenscans. Ze keken daarbij naar het volume van verschillende hersengebieden en de mate van verbondenheid tussen verschillende hersengebieden.
Daaruit blijkt de norm dus niet het verschil is tussen mannen en vrouwen, maar wel de gigantische verschillen tussen individuen. De Israëlische hoofdonderzoeker en neuro- en gedragswetenschapper Daphna Joel vergelijkt elk brein met een volstrekt uniek mozaïek van kenmerken die in zowel vrouwelijk als mannelijk zijn.
De klassieke theorie dat er zoiets bestaat als één type mannelijk brein of één type vrouwelijk brein, kan dus de vuilbak in. "Er zijn niet slechts twee vormen. Als het om de hersenen gaat is er sprake van veelvormigheid", schrijft Joel.
Deze bevindingen zijn enorm belangrijk, voegt Joel daar nog aan toe. "Want mensen denken dat als je iemands geslacht weet, dat je dan iets weet over die persoon en hoe diens hersenen werken. Maar daar is geen enkel wetenschappelijk bewijs voor. Je kunt niet op basis van iemands sekse raden hoe diens hersenen eruit zullen zien of wat de meer mannelijke en de meer vrouwelijke kenmerken zullen zijn."