Een naam waar je niet op komt of een vraag waar je niet meteen het antwoord op weet: het internet is vaak een handige hulplijn. Maar Amerikaanse psychologen kwamen erachter dat Google en andere zoekmachines een bijzonder nadeel hebben.
Ze vroegen meer dan 1.000 Amerikanen om deel te nemen aan een aantal experimenten. De proefpersonen werden in twee groepen gesplitst. Iedereen moest een reeks vragen beantwoorden, zoals "hoe werkt een rits eigenlijk?". De ene groep mocht gebruik maken van het internet, de tweede groep moest het zonder doen, maar kreeg het antwoord in de schoot geworpen. Na afloop moesten ze inschatten hoe slim ze zijn.
Wat blijkt? De mensen die beroep konden doen op het wereldwijde web, schatten zichzelf aanzienlijk slimmer in dan de mensen uit groep twee. Zelfs als de deelnemers online geen volledig antwoord vonden op een vraag, hadden ze een hogere dunk van zichzelf.
"Als mensen gebruik kunnen maken van een soort hulplijn, zoals het internet, geloven ze dat ze intelligenter zijn", legt wetenschapper Frank Keil uit. "Zonder zo'n zoekhulpmiddel hebben mensen minder vertrouwen in zichzelf."