Voor het onderzoek, verschenen in het vakblad Journal of Neuroscience, werd een experiment opgezet met achttien personen. Aan de proefkonijnen werd gevraagd om vooraf geen alcohol te drinken of producten met cafeïne te consumeren. Vervolgens moesten de personen gaan slapen en werd de nachtrust van alle individuen gemonitord.
Een week nadien volgde het tweede deel van het experiment. Een deel van de proefpersonen had een normale nachtrust, de andere groep werd opzettelijk een aantal keren wakker gemaakt in het holst van de nacht. 's Morgens om acht uur moesten beide groepen twee testen afleggen. Zo moesten ze bewegende stippen op een scherm volgen met lieve of roofdieren op de achtergrond en een reeks nummers herinneren terwijl dezelfde achtergrondbeelden verschenen. De hersengolven van de deelnemers werden tijdens beide tests geanalyseerd.
Hieruit blijkt dat uitgeslapen deelnemers over het algemeen beter scoorden op de tests, maar werden net als de mensen met een slapeloze nacht achter de rug afgeleid door de foto's op de achtergrond. Het verschil zat hem in het bekijken van de neutrale foto's: de hersenscans bewijzen dat mensen die weinig of niet hadden geslapen, emotioneler reageerden op de neutrale beelden.
Volgens hoofdonderzoeker professor Talma Hendler leidt een slaaptekort ertoe dat we het verschil niet meer zien tussen zaken die ons boos maken en zaken die de moeite niet zijn om boos om te worden. Zonder slaap raakt de amygdala in de war, dat is een belangrijk limbisch knooppunt in onze hersenen dat emoties reguleert. Daardoor kunnen we gevoelens anders ervaren, wat kan leiden tot verstoorde cognitieve processen en een slechte reactie in angstige situaties, aldus Hendler.
Foto Pexels