Na het bezoek aan de watervallen van Iguaçu zetten we koers richting Pantanal, het grootste moerasgebied ter wereld. Omdat deze natuurpracht zo'n 24 uur ten noorden van Iguaçu ligt en we niet veel zin hadden om zo lang in de bus te zitten, besloten we om halverwege te stoppen bij een stadje waarvan de naam alvast veelbelovend klonk: Bonito. Dat is het Portugese woord voor "mooi" of "verleidelijk" en de gelijknamige stad heeft ons hartje ook gewonnen.
Zwemmen met een tapir
Bonito ligt midden in het compacte woud Cerrado, een gebied dat rijk is aan kristalheldere rivieren, ongerepte watervallen en grotten met prachtige meren. Opvallend genoeg ontdekten de lokale cowboys deze natuurlijke schat pas enkele decennia geleden, maar ondertussen is Bonito hét Braziliaanse toonbeeld van het ecotoerisme. Wij trokken onze zwemkledij aan, sprongen in een emerald gekleurde rivier vol nieuwsgierige vissen en gingen er plonsen met een tapir, het grootste Braziliaanse zoogdier. Ook een aanrader is snorkelen in de adembenemende Geheime Lagune'. Niemand weet hoe diep het hier exact is, vandaar ook de naam. Maar één ding is zeker, je mond zal openvallen als je er rondzwemt in het turquoise water.
Het reservaat van Bonito is terecht uitgeroepen tot het nationale model van ecotoerisme. Zeggen dat men het behoud van de lokale fauna en flora serieus neemt, is een joekel van een understatement. Zo leeft men hier strenge regels na wat betreft het maximale aantal bezoekers, het gebruik van insectenwerende middelen en zelfs het gebruik van make-up. En het schijnt goed te werken. De groepjes bezoekers waren aangenaam klein (tot negen man) en de natuur lijkt zo onaangeroerd dat je er stilletjes van wordt. Onze tussenstop in Bonito was een onvergetelijk moment van onze reis: de natuur werd er ons in haar puurste vorm onthuld. Nu snakken we alleen maar naar meer. Pantanal, we komen eraan!