In het artikel getuigen vier buschauffeurs anoniem over de tekorten op de technische dienst, waardoor herstellingen aan bussen op de lange baan worden geschoven en bussen ondanks mankementen toch moeten uitrijden. 'Koermannen', die bussen rangeren, tanken en vegen, zouden herstellingen moeten uitvoeren terwijl ze daar niet voor opgeleid zijn.
Knelpuntsector
«Ongenuanceerde beweringen», schrijft De Lijn in een reactie. De vervoersmaatschappij erkent dat technici moeilijk aan te trekken zijn. «Maar het is in heel Vlaanderen een knelpuntsector. De haven van Antwerpen is inderdaad ook een grote aantrekker van technici, dus een concurrent voor ons.» Toch konden er in 2020 al 110 techniekers aangeworven worden in heel Vlaanderen, zegt De Lijn. «Vandaag zijn er trouwens geen technici meer tekort in de garage in Berchem.»
Dat de koermannen ook herstellingen doen klopt tot op zekere hoogte, maar het gaat hierbij om een gelimiteerd aantal kleine defecten. «Hiervoor worden ze opgeleid. Ze houden zo ongepland werk uit de garage wat toelaat dat de garage gepland kan werken aan de verbetering van de betrouwbaarheid van de voertuigen. Voor grotere of complexere defecten krijgen voertuigen altijd een afspraak in de garage.»
Ducttape
Een getuige in het artikel zegt dat elke chauffeur ducttape bij heeft om zelf tijdelijke reparaties te doen. «Vanuit De Lijn wordt hoegenaamd niet opgeroepen om zelf kleine herstellingen te doen», klinkt het. «Mogelijk is het ducttapeverhaal eigen initiatief van bepaalde medewerkers. Wat wel kan voorkomen is dat een zijspiegel wordt geraakt tijdens de dienstrit waardoor deze los komt te hangen. Vervolgens komt een Lijncontroleur ter plaatse voor interventie waarbij het kan zijn dat deze persoon de spiegel weer vastmaakt met ducttape totdat de bus terug op de stelplaats is. Daar wordt de spiegel zo snel mogelijk vervangen.»
Veiligheidslijst
De Lijn werkt naar eigen zeggen met een veiligheidslijst met strenge criteria. «Wanneer voertuigen defecten vertonen die op de veiligheidslijst voorkomen, worden de voertuigen uit dienst genomen. De voertuigen worden pas na herstel van dergelijke gebreken weer in dienst genomen. De voertuigen die op de baan gaan, moeten voldoen aan alle strenge criteria op de veiligheidslijst.»
De Lijn wijst op de cruciale rol die chauffeurs hebben bij defecten die zich tijdens een rit zouden voordoen. Die moeten gemeld worden via de juiste kanalen. «Als een defect niet gemeld wordt, weet de technicus niet dat hij de bus niet mag laten buiten rijden. Defecten niet melden volgens de geldende afspraken zorgt niet alleen voor vertraging bij herstel, maar is ook tegen de instructies.»