Die nieuwe theorie is ontwikkeld door wetenschappers van de Amerikaanse Florida State University. Paleontologen kwamen er tot de vaststelling dat de eieren van dino's veel trager uitkwamen dan die van vogels en andere reptielen die vandaag wél nog bestaan.
Ze baseren zich daarvoor op markeringen op de tanden van dino-embryo's. Net als boomstammen er jaar na jaar een ring bijkrijgen, laten tanden tijdens hun ontwikkeling elke dag een laagje achter.
Door die lagen te tellen, kwamen ze erachter dat de eieren van dinosaurussen drie tot zes maanden nodig hadden om uit te komen, naargelang de soort. Bij vogels gebeurde dat in een paar weken, wat hen een groot voordeel gaf in de overlevingsrace.