Rosé werd lang beschouwd als het minderwaardige broertje van de witte en de rode wijn, legt journalist Layanya Ramanathan uit in The Washington Post. Maar net daarom is het uitgegroeid tot een soort drank van het volk. En ook het feit dat roze een van de trendkleuren van het moment is, doet de reputatie van het drankje wellicht deugd.
Halfzoet
Volgens sommelier en wijn-auteur Gido Van Imschoot heeft rosé zijn slechte reputatie vooral te danken aan het feit dat de drank in de jaren 70 en 80 nog halfzoet was. Mensen dronken toen een glaasje bij een stuk taart, maar echt een goed imago had die wijn niet. Ik moet zelf toegeven dat ik er vroeger geen fan van was. Tegenwoordig vind je echter heel wat betere rosé, die zelfs kruidig kan zijn, legt hij uit in De Standaard.
Vlot drinkbaar
De dag van vandaag is rosé volgens Van Imschoot echter uitgegroeid tot het beste van twee werelden. Dat wijn zo populair is, komt voor een groot deel omdat het een makkelijke instapwijn is voor jongeren die rode wijn te krachtig vinden en witte wijn te fruitig, legt hij uit. Het is een zomerwijn die vlot drinkt en perfect past bij een avondje buiten of aan de barbecue. Opvallend genoeg zien we dat ook schuimwijnen om die reden in opmars zijn.
Niet alleen het gewone volk, ook de gastronomie heeft de rosé intussen omarmd. Heel wat restaurants werken met verschillende ingrediënten op één bord. Een rosé past daar prima bij, besluit Van Imschoot.