Alastair Tanner, een doctoraatstudent aan de Universiteit in Bristol, wilde graag weten waarom inktvissen doorheen de tijd hun schaal verloren. Hoewel de gepantserde voorouders veel goed bewaard gebleven fossielen achterlieten op de aarde, deden hun schaalloze nakomelingen dat niet.
Dankzij een genetische analyse van DNA kon de student de evolutionaire geschiedenis van de koppotigen achterhalen. Hij ontdekte dat de zeekat, de octopus en de pijlinktvis zoals wij ze kennen, zo'n 160 tot 100 miljoen jaar geleden, tijdens de maritieme revolutie, voor het eerst verschenen
Revolutie
Tijdens die revolutie onderging het leven onder water snelle veranderingen. Sommige roofdieren waren beter in schaaldieren vermorzelen, terwijl andere vissen sneller en beweeglijker werden. "Er is een constante wapenrace tussen prooi en roofdier, waardoor de schalen kleiner werden en de inktvissen sneller", zegt Tanner.
Door de snel veranderende omgeving zorgde evolutie ervoor dat behendigheid verkozen werd boven pantsering. Daarom begonnen koppotigen volgens Tanner hun schalen te verliezen. Dankzij deze aanpassing konden ze jagen op snellere prooien en konden ze gevaar sneller ontvluchten.