Een moeilijke kindertijd is sowieso een voorbode van stemmingsstoornissen en meisjes zijn er bovendien vatbaarder voor door hun hormonen. Tijdens de puberteit hebben ze namelijk twee keer meer kans op depressies dan jongens. Toch duiken de geestelijke problemen niet enkel op tijdens de adolescentie, maar kan dat ook plots gebeuren tijdens of na een zwangerschap. Onderzoek bij muizen wees uit dat zo'n ziekte eerst lang onder de radar kan blijven, maar aangewakkerd wordt door zwangerschapshormonen.
Gestresseerde en zwangere muizen
Acht jaar geleden onderzochten twee neurowetenschappers van de universiteit van Maryland stemmingsstoornissen door muizen te bestuderen. In een reeks experimenten onderwierpen Kathleen Morrison and Tracy Bale de dieren tijdens hun puberteit aan stressvolle factoren, zoals ruis en de geur van roofdieren. Ze focusten hierbij op de 'hypothalamic-pituitary-adrenal (HPA) axis', die het hormoon cortisol produceert en wat het lichaam helpt om stress te bestrijden. Door dagelijkse tegenspoed wordt de werking van die HPA namelijk verstoord, en die onevenwichtigheid is de basis van veel psychiatrische stoornissen.
Toen ze na het stressexperiment het cortisollevel bij de muizen maten, was er niets aan de hand, maar dat veranderde toen ze zwanger raakten. Als ze tijdens die periode gestresseerd werden, ontdekten de onderzoekers abnormale neuronen in het hersengebied van de hypothalamus. De structuur van hun DNA was dus veranderd. Ook na de zwangerschap werden de muizen met stress geconfronteerd door ze tijdelijk van hun jongen te scheiden. De resultaten waren verrassend, want hun cortisollevel was uitzonderlijk laag, waardoor hun moederinstinct gedempt werd en ze minder moeite deden om verenigd te worden met hun baby. Hieruit concluderen Morrison en Bale dat het zwangerschapshormoon 'brexanolone' kan leiden tot geestelijke transformaties en gedragsveranderingen bij vrouwelijke muizen die tijdens hun kindertijd met stress te maken kregen.
Hoe zit het bij de mens
Hetzelfde effect werd ook vastgesteld bij vrouwen die in hun jeugd tegenspoed hadden ervaren. Toen ze tijdens een experiment, zes maanden na de geboorte, van hun kind gescheiden werden, hadden ze lagere stresslevels en reageerden ze niet zo fel op hun huilende baby. Ze scoorden ook slechter op een test die postnatale depressies opspoort. Mannen hebben hier daarentegen geen last van, omdat het zwangerschapshormoon bij hen niet vrijkomt.