Volgens de voorzitter van het ABVV, Thierry Bodson, zullen de werknemers die vorig jaar door de gezondheidscrisis tot tijdelijke werkloosheid werden gedwongen, 1.000 tot 1.500 euro meer belastingen moeten betalen.
Roerende voorheffing
De oorsprong van deze zure belastingverrassing ligt in het begin van de lockdown. "Toen de tijdelijke werkloosheid vanwege corona werd ingesteld, verkregen wij dat die zou overeenkomen met 70% van het geplafonneerde brutoloon en niet 65", legt Bodson uit. "Maar tegen ons advies in besloot de regering van Sophie Wilmès de roerende voorheffing te verlagen van ongeveer 26% naar 15%." Het eerste effect is dat de werkloze meer geld op zijn bankrekening krijgt. Het tweede is dat er minder belasting vooraf wordt betaald.
Te laat
De werkloosheidsuitkeringen worden echter opgeteld bij het loon dat de werknemer ontvangt. Dat leidt tot een belastingtarief tussen 30 en 35%. De berekening is snel gemaakt: aangezien de "basisbelasting" van de corona-werkloosheidsuitkering 15% bedroeg, zal over dit bedrag dus een extra belasting moeten worden betaald. Het ABVV heeft dit bedrag op 1.000 à 1.500 euro geraamd, aldus Bodson. Die voegt eraan toe dat het niet meer mogelijk is om de maatregel terug te draaien.