Het solidariteitskorps moet jongeren aanzetten om een vorm van burgerdienst te verrichten in een andere lidstaat en is dus nog het best te omschrijven als een Europese variant van het Amerikaanse Peace Corps'. Dat kan gaan van armoedebestrijding tot het opvangen van vluchtelingen of hulp bij de heropbouw van dorpen na een aardbeving. «Het nieuwe korps zal jongeren de kans geven om solidariteit in de praktijk te brengen én hun instapkansen op de arbeidsmarkt vergroten», bevestigt Marianne Thyssen, Europees commissaris voor Werk en Sociale Zaken, in De Standaard.
Vrijwilligers zullen kunnen rekenen op kost en inwoon en wat zakgeld. Maar het korps staat ook open voor betaalde jobs of gesubsidieerde stages. Alle jongeren tussen 17 en 30 jaar komen in aanmerking. Thyssen verwacht dat de eerste studenten al medio 2017 aan de slag kunnen. Tegen 2020 moeten al 100.000 jongeren op pad gestuurd zijn.
ErasmusPro
Naast het solidariteitskorps stampt de Commissie ook een uitwisselingsprogramma voor jongeren met een leercontract uit de grond. Zij kunnen vandaag al profiteren van het klassieke Erasmusprogramma, maar dat gebeurt meestal voor korte periodes. Met het gloednieuwe ErasmusPro wordt de drempel verlaagd voor jongeren met een leercontract. CD&V-Europarlementslid Tom Vandenkendelaere juicht het initiatief toe. «Erasmus is populair, maar bereikt slechts 8% van de Vlaamse jongeren uit hetzelfde geboortejaar. Door extra taalcursussen en ondersteuning te voorzien, is het nu ook mogelijk voor studenten in het beroepsonderwijs om langdurige, kwalitatieve stages te volgen.» Bedoeling is dat de komende drie jaar 50.000 jongeren op die manier ervaring opdoen in een andere lidstaat.