Het is een initiatief van Staatssecretaris voor Verkeersveiligheid Bianca Debaets (CD&V) en Minister van Mobiliteit en Openbare Werken, Pascal Smet (sp.a), de MIVB en Brussel Mobiliteit. De verkeerslichten werken op basis van detectiesensoren. Ze gaan uit wanneer er geen tram in de buurt is en beginnen te knipperen wanneer er een tram nadert.
Kwestbare voetgangers
Er worden twee soorten lichten getest in Koekelberg. Een knipperlicht met een rood figuurtje dat de voetganger vraagt te stoppen en een knipperlicht met een afbeelding van de tram. Ze worden tegelijk getest op twee overgangswegen.
Achteraf zullen we het licht gebruiken waarvan bewezen is dat het voor de voetgangers het duidelijkst is, zegt staatssecretaris Debaets. Zo willen we de risico's voor kwetsbare voetgangers verkleinen.
Specifieke plaatsen in Brussel
Het uiteindelijke doel is niet om de waarschuwingslichten overal in Brussel te veralgemenen, maar ze enkel op zeer specifieke plaatsen te gebruiken waar het gevaar voor de zwakke weggebruiker het grootst is. Het mag een detail lijken, maar als het gaat over de bescherming van de voetgangers, bestaan er geen kleine maatregelen, verklaart minister Smet.