De 'Beer uit Brecht' kreeg op zijn derde Olympische Spelen nochtans een zware loting voorgeschoteld. Zijn eerste ronde tegen de Qatarees Zemouri Morad (IJF 94) was een meevaller, maar daarna wachtte met de Zuid-Koreaan Ang Changrim de nummer één van de wereld.
Toch was Van Tichelt niet onder de indruk. Hij had aan één waza-ari genoeg om de sterke Zuid-Koreaan naar huis te sturen. En ook in zijn kwartfinale acteerde de Belg sterk. De Rus Denis Jartsev (IJF 13) pakte nog uit met een knap slotoffensief, maar de waza-ari en yuko van Van Tichelt waren genoeg voor een plaats bij de laatste vier.
In die halve finale wachtte met de Japanner Shohei Ono (IJF 4) opnieuw een klepper. Een vermoeide Van Tichelt kwam nooit in het gevecht en ging kansloos onderuit tegen de dubbele wereldkampioen, die later ook het goud zou veroveren tegen Rustam Orujov uit Azerbeidzjan.
Voor Van Tichelt werd brons dus het hoogst haalbare. In dat ultieme gevecht was Miklos Ungvari (IJF 19) de tegenstander. Onze landgenoot was duidelijk beter dan de Hongaar en besliste de kamp na twee minuten met een knappe armklem. Net als de Georgiër Lasja Sjavdatuasjvili - die zich de beste toonde in de herkansingen - veroverde de Belg dus een bronzen medaille.
Na het goud voor wielrenner Greg Van Avermaet is het brons van Van Tichelt al de tweede - verrassende - medaille voor ons land op deze Olympische Spelen.