In een interview met de Australische radiozender ABC doet Nigel Newton, de oprichter van uitgeverij Bloomsbury, uit de doeken hoe ze de verhaallijn van het zesde Harry Potter-boek geheim hebben gehouden. Bloomsbury nam onder andere waakhonden en bewakingsagenten aan om nieuwsgierige ogen uit de uitgeverij te houden en lekken tegen te gaan.
De veiligheidsmaatregelen waren nodig omdat heel wat mensen het script probeerden stelen, zeker nadat schrijfster J.K. Rowling liet weten dat een hoofdpersonage zou sterven. Zo waren er medewerkers van sensatiebladen die geprobeerd hebben om personeelsleden van Bloomsbury om te kopen, terwijl anderen door het vuilnis van Rowling neusden.
De uitgeverij heeft ook hulp ontvangen uit onverwachte hoek. "Gelukkig hadden we veel bondgenoten", getuigt Newton. "GCHQ (een Britse inlichtingendienst die communicatiemiddelen in de gaten houdt) belde me om te zeggen dat ze een vroege versie op het internet hadden gevonden. Ik liet hen een stukje voorlezen aan onze editor en zij heeft meteen bevestigd dat het niet het echte manuscript was. Daarnaast kregen we ook nog de hulp van rechters en de politie", aldus Newton.
Sunday Times heeft aan GCHQ een reactie gevraagd, maar bleef op zijn honger zitten. "We geven geen commentaar op ons Verweer Tegen de Zwarte Kunsten", reageerde een woordvoerder van de inlichtingendienst.
Het harde werk heeft destijds geloond. Toen het boek verscheen in juli 2005 was de belangrijkste onthulling nog grotendeels geheim. De release was toen een enorm succes, met meer dan negen miljoen verkochte exemplaren op de eerste dag.
Foto: AFP / A. Dennis