"Mijn debuut is in New York tot stand gekomen, voor dit boek werkte ik iedere dag tussen 8 en 10 uur in een Antwerpse koffiebar. Om de Vlaamse buitenwereld niet te veel te laten doordringen, schreef ik in het Engels. Op die manier kon ik me terugtrekken in mijn universum. Ik heb het boek op een jaar tijd geschreven. Dat is relatief snel, maar als ik schrijf, ken ik het einde niet. Ik werkte dus heel doelgericht omdat ik zelf benieuwd was naar de afloop van het verhaal. Dat tempo voel je ook in het boek. Tegelijk schrijf ik heel beeldend. Ik hoop dus dat de lezers het verhaal voor zich zullen zien als een film. Ik krijg alvast veel positieve reacties van mensen die het niet (meer) gewoon zijn om te lezen."
"We zien 'de ander' als een groot gevaar"
"Het verhaal is ontstaan vanuit de vaststelling dat mensen vaak de schuld bij iemand anders leggen en te weinig naar zichzelf kijken. Zeker in de vluchtelingencrisis merk je hoe we 'de ander' als een groot gevaar zien. Nu, vluchtelingen zijn niet mijn thema, maar met Daniël heb ik wel een hoofdpersonage gecreëerd die denkt dat er maar één manier is om naar de wereld te kijken, en dat is de zijne. Hij is geen sympathiek figuur, dat is ook niet de bedoeling, maar ik heb wel geprobeerd om te tonen hoe hij in elkaar zit. Ik kan dus begrip voor hem opbrengen, ook al kon hij niet verder van mij af staan."