Bij de luchtaanvallen door de VS en hun bondgenoten tegen Islamitische Staat zijn al honderden burgers om het leven gekomen. Daar wordt echter in alle talen over gezwegen.
Airwars, een groep van onafhankelijke onderzoeksjournalisten, maakt in haar recentste rapport melding van 459 tot 1.086 burgerdoden bij 52 verschillende luchtaanvallen sinds het begin van de campagne tegen IS. De coalitie onder leiding van de Verenigde Staten heeft zelf nog maar melding gemaakt van «twee mogelijke burgerdoden». «Er is een zorgwekkend gebrek aan aandacht voor burgerdoden bij alle leden van de coalitie», klinkt het in het rapport. «Ondanks beweringen dat de luchtaanvallen in Syrië en Irak de meest precieze ooit zijn, zijn er duidelijke aanwijzingen dat honderden burgers gedood zijn door bommen van de twaalf coalitieleden.»
Bondgenoten
Er zouden tevens per abuis 48 strijders van bondgenoten tegen IS zijn gedood. Iraakse en Syrische burgers lopen extra gevaar omdat bijna alle landen die deelnemen aan de luchtcampagne geen openheid betrachten of rekenschap afleggen over de operatie, stelt Airwars. De internationale coalitie heeft nog niet gereageerd op het rapport van Airwars.
Een jaar geleden
De campagne tegen terreurbeweging Islamitische Staat begon een jaar geleden. Eveneens volgens Airwars zouden al zo'n 15.000 terroristen gedood zijn. In totaal zijn er het afgelopen jaar bij bijna 6.000 luchtaanvallen maar liefst 17.000 bommen gedropt. Ons land zou bij 41 luchtaanvallen betrokken zijn, het laagste aantal van alle coalitielanden. De Belgen hebben zes F-16's ter plaatse en voeren enkel aanvallen uit boven Irak. Andere landen die luchtaanvallen uitvoeren zijn de VS, Groot-Brittannië, Frankrijk, Australië, Canada, Nederland, Denemarken en Jordanië.