Boko Haram zet steeds meer kinderen in voor aanslagen

Boko Haram zet steeds meer kinderen in voor aanslagen

Het rapport ‘Beyond Chibok' van Unicef evalueert de impact van het geweld op kinderen in de vier landen die door Boko Haram bezet worden (Nigeria, Tsjaad, Kameroen en Niger). Hieruit blijkt dat bijna een op de vijf dodelijke aanslagen gepleegd wordt door een minderjarige. Bovendien zijn meer dan 75% van de betrokken kinderen meisjes. Unicef benadrukt wel dat die kinderen slachtoffers en geen daders zijn. «Kinderen misleiden en hen dwingen dodelijke aanslagen te plegen, is een van de meest gruwelijke aspecten van het geweld in Nigeria en de omringende landen», aldus Manuel Fontaine, regionaal directeur van Unicef in West- en Centraal Afrika.

Door de strategie die Boko Haram hanteert, wordt er volgens Unicef een klimaat van angst en wantrouwen gecreëerd. Zo worden kinderen die weten te ontsnappen of bevrijd worden uit de handen van de gewapende troepen, zelfs door de eigen gemeenschap vaak gezien als een bedreiging. «Dit wantrouwen van kinderen kan desastreuze gevolgen hebben», zegt Fontaine. «Hoe kan een gemeenschap de draad weer opnemen als ze haar eigen zussen, dochters en moeders verwerpt?» Daarnaast toont het rapport aan dat bijna 1,3 miljoen kinderen in Nigeria, Tsjaad, Kameroen en Niger ontheemd zijn.

Uit een ander rapport dat dinsdag door Human Rights Watch (HRW) werd voorgesteld, blijkt dat bijna een miljoen kinderen in het noordoosten van Nigeria niet of nauwelijks naar school kunnen wegens het conflict met Boko Haram. Meer dan 910 scholen zijn verwoest en minstens 1.500 scholen zijn gedwongen om te sluiten. De ngo wijst naar zowel de terreurorganisaties als de Nigeriaanse regering met de vinger. Volgens HRW zouden er ook zeker 611 keraren om het leven zijn gebracht en 19.000 op de vlucht zijn geslagen door het geweld.

Foto AFP / P. Utomi Ekpei