Ripdorf acteert in de derde Kreisklasse van de deelstaat Nedersaksen, een niveau vergelijkbaar met provinciaal voetbal bij ons. Tijdens de voorbereidingen op de match tegen lokale rivaal SV Holdenstedt II vernam de club dat Holdenstedt in een eerdere match tegen een besmette tegenstander had gespeeld.
Hoewel alle spelers van Holdenstedt intussen negatief hadden getest op het coronavirus, achtte Ripdorf de omstandigheden nog steeds niet veilig genoeg om elf spelers op te stellen. Zeven vrijwilligers "offerden" zich vervolgens op om toch aan te treden tegen Holdenstedt. Net voldoende om de match te kunnen aanvatten. Indien een team er niet in slaagt om minstens zeven spelers aan de aftrap te brengen, lijdt de ploeg in kwestie immers een forfaitnederlaag en moet de club een boete van 200 euro betalen. "Dat is veel geld voor ons, zeker in deze coronatijden", vertelde medevoorzitter Patrick Ristow aan ESPN. Het verzoek van Ripdorf om de partij uit te stellen werd afgewezen, waardoor het team met de rug tegen de muur stond.
Bizarre schijnvertoning
"Na de aftrap leverde één van onze spelers de bal meteen in bij de tegenstander en begaf het voltallige team zich naar de zijlijn", aldus Ristow. Wat volgde was een bizar schouwspel: terwijl de spelers van Ripdorf vanop een coronaveilige afstand toekeken aan de zijlijn, scoorde Holdenstedt de ene na de andere goal. "De spelers van Holdenstedt snapten er niets van. Maar we wilden geen risico's nemen", aldus Ristow. De rest van de match stonden de spelers van Ripdorf wel op het veld, maar ze lieten hun tegenstander begaan en boden niet de minste weerstand. De non-match was een schijnvertoning om onder de forfaitboete uit te komen.
Volgens Ristow was de ingreep in het belang van het welzijn van de spelers op het veld. "Hier bestaat geen perfecte oplossing voor. We kozen dan maar voor deze. We wilden Holdenstedt geen kwaad aandoen", klonk het bij de medevoorzitter.