Sinds de vluchtelingencrisis van 2015 heeft de Vlaamse arbeidsbemiddelingsdienst (VDAB) de begeleiding van anderstalige nieuwkomers anders aangepakt. Ze werden sneller gescreend en kregen sneller een opleiding of stage toegewezen, ook al was hun kennis van het Nederlands nog beperkt. Met succes, zo blijkt nu. Bijna de helft (45 procent) van deze anderstalige nieuwkomers heeft na twee jaar een job. De VDAB gaat deze aanpak structureel inbedden in haar werking, klinkt het donderdag. Vlaams minister van Werk Philippe Muyters (N-VA): "Snelheid is cruciaal. Hoe langer je wacht met begeleiding, hoe lager de kansen op werk. Daarom gooiden we het systeem van begeleiding om. We kozen voor een geïntegreerde aanpak, waarbij we Nederlands niet langer als een voorwaarde beschouwden, maar wel als een competentie. Dat wil zeggen dat je niet eerst je cursus Nederlands moet gevolgd hebben voor je een andere opleiding of een stage kan volgen, maar wel dat je Nederlands kan leren terwijl je met die andere dingen bezig bent. Dat zorgde ervoor dat de trajecten aanzienlijk korter werden, maar ook dat de nieuwkomers veel sneller Nederlands leerden."
Met 45 procent van de migranten die na twee jaar een job hebben, zit Vlaanderen in de top van Europa. Duitsland haalt bijvoorbeeld 27 procent, Zweden 19 procent en Denemarken 32 procent. Volgens minister Muyters is er zelfs internationale interesse voor de Vlaamse aanpak. "Het plan werd onlangs opgenomen in de lijst innovatieve good practices van de Europese Commissie en binnenkort komen onder andere een Zweedse en Canadese delegatie op bezoek."
De principes van het actieplan zullen ook in de reguliere werking van de VDAB worden doorgetrokken. Daarnaast kwamen ook enkele knelpunten aan het licht (rond de samenwerking met andere spelers en automatische gegevensuitwisseling) die de volgende maanden moeten verbeterd worden.
bron: Belga